Behangen

Blog 262 – 23 oktober 2020

Wie helpt mij met beloningsbroeden?

Deze week las ik dat automobilisten die in de Rotterdamse Dantestraat de maximumsnelheid niet overschrijden, geld voor de wijk verdienen. Er is namelijk een snelheidsmeter geplaatst die goed rijgedrag beloont. Op het scherm van de zogenaamde Safety-safe langs de kant van de weg, zien weggebruikers hoeveel geld ze besparen door zich aan de maximale snelheid van in dit geval 30 kilometer te houden.

Ik weet het, het fenomeen is niet nieuw. Een dergelijke snelheidsmeter staat al op meerdere plekken in Nederland. Een proef in Helmond werd door de provincie Noord-Brabant ‘veelbelovend’ genoemd, omdat het percentage snelheidsovertreders met 22 procent daalde. En dichterbij huis, had Hattem volgens mij ook zo’n beloningsstraat.

Al in 2005 lanceerde het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat – toen nog Verkeer en Waterstaat – de zogenaamde Belonitor: de kracht van belonen. Het uitgangspunt was en is dat een beloning meer effect kan hebben dan een boete. En dat tik ik, terwijl ik net mijn vier verkeersboetes inplan in mijn ING betalingsapp. De tel van bekeuringen ben ik inmiddels serieus kwijt. Ik onderga het gelaten en schijnbaar moeiteloos. Ik ben er niet trots op, maar ik kan een kinderkamer behangen met verkeersboetes. Het ene jaar gaat het beter dan het andere, het zijn veelal kleine verkeersovertredingen en ik geef het subiet toe: ik tuimel nog steeds in het gat dat trajectcontrole heet.

Waarom word ik in het verkeer eigenlijk nooit positief beloond? Ik zigzag niet langs dichte spoorbomen, ik rijd oude omaatjes niet de vouwen uit de rok en bij een zebrapad laat ik eigenlijk iedereen voor, ook al staat de overstekende voetganger met één been al bijna weer op de stoep. Mag ik door mijn verkeersbraafheid mijn minst hoge verkeersboete skippen? Of krijg ik bij een volgende flits of lasergunaanval een vrijstelling? En wat te denken van goedkoper tanken, minder wegbelasting betalen of een gunstig effect op mijn autoverzekeringspremie?

Ik geloof heel erg in positief belonen. Ik maakte dat al een paar keer mee en ik moest eraan denken toen ik gisteren de eindopdracht van ‘mijn’ leerlingen (dat mijn blijf ik zo schrijven, want door het online onderwijs op in dit geval het mbo, heb ik ze nog niet live in de klas gehad) in Teams zette. ‘Maak een online sollicitatievideo met allerlei beelden technieken, een puntje op je stoel story en houd rekening met camerapositie, licht, geluid, kleding, mimiek en omgevingsfactoren. Inleveren volgende week, geen herkansing of uitstel.’ Ik ben nog aan het beloningsbroeden.

Ook in het verleden zag ik wat goed gedrag allemaal kon doen. Ga maar na. Het geeft je een boost, je voelt je geruggesteund en het levert je goodwill, complimenten en resultaat op. De aandacht ligt nu eens niet bij de overtreders, bij de slechteriken, maar de focus gaat juist op de braafste kindjes van de klas. En het heeft effect. In mijn geval –  bij een vermeende verkeersboete door een staande houding –  zou ik zoiets hebben van ‘dit overkomt mij niet nog een keer.’

Het is ook handhaving maar dan anders. Al gaat service met een glimlach, mij te ver. Het is niet meteen schrijven en beboeten. Handhaving is ook een auto aan de kant zetten, op een normale manier een gesprek aangaan of een discussie starten en het uiteindelijk bij een waarschuwing laten. Beboeten kan altijd nog, al dan niet aan de hand van de geschiedenis van de bestuurder, die binnen drie tellen op komt ploppen uit de smartphone van oom agent. Diegene mag het dan best voelen, in dit geval in zijn portemonnee. Maar iemand die zijn leven lang nog bekeuringsloos is, heeft meer baat bij een gele verkeerskaart dan meteen een ‘rode’ bekeuring.

Terug naar het positieve gedrag. Ik noem naast ‘mijn’ CIBAP-communicatieleerlingen nog twee voorbeelden. Een voorbeeld uit de politiepraktijk, in de persoon van Pier Eringa, toen nog korpschef van Politie Flevoland. 

Hij en het Verkeershandhavingsteam (VHT) hadden destijds een soort van haat-liefde verhouding. Eringa was één van de weinig korpschefs die zich niet liet vervoeren in een auto met chauffeur. Hij reed liever zelf in zijn Koreaanse terreinwagen: een gitzwarte Sagnol. Bepaald niet een gangbare auto voor een politiebobo, maar Eringa woonde in een oude boerderij achteraf en om daar te komen had hij veel meer aan een stoere terreinwagen met hoge instap dan een lage, moderne en luxewagen.

Op een dag was hij weer in conclaaf met de medewerkers van het VHT. Eringa had een hekel aan wat hij noemde ‘automobilistje pesten’ door hen het idee te geven dat controles alleen maar dienden om geld binnen te harken: een discussie van alle tijden. Snelheidscontroles voor de verkeersveiligheid prima, maar niet te vaak, te verborgen en te veel vanuit het perspectief van de politie. Eringa vertelde dat hij die ochtend een automobilist aan de kant had gezet. Gewoon met zijn Sagnol.

Degene achter het stuur keek met grote ogen naar Eringa. Wat had hij verkeerd gedaan? Waarom werd hij door iemand in politie-uniform in een onopvallende auto aan de kant gezet?
“Ik heb die automobilist een groot compliment gegeven voor zijn rijstijl. Hij reed iets te hard, maar voegde prima in, liet iemand anders netjes voorgaan en gaf steeds keurig richting aan. Kortom, hij reed zoals het hoort. Die boodschap moeten wij als politie veel meer uitdragen.”

Ga eens na wat voor effect dat heeft? Die beste man heeft een verhaal bij zijn collega’s, bij zijn vrouw en op blokjesverjaardagen. En dan? Wordt hij een aanhanger, een ambassadeur of gewoon iemand die niet alleen maar negatief over de politie praat? Hoe zat het ook alweer? Het uitgangspunt is dat een beloning meer effect heeft dan een boete.

Een ander voorbeeld maakte ik jaren daarvoor mee. Terug mijn eigen schoolbanken in. De school van journalistiek en communicatie in Zwolle. Docent Henk Kerssies, eigenlijk nog student en dus gewoon één van ons. Hij doceerde politicologie. Nog een dikke vette pre van Kerssies was dat hij studenten die braaf op tijd werkstukken en opdrachten inleverde, beloonde met een extra punt, in plaats van het alleen maar straffen van notoire laatinlevers.

Ik vind het wel wat hebben als het gaat om de eerdergenoemde eindopdracht, maar wellicht heeft iemand een veel beter idee? Laat het mij dan gerust weten? Mede namens ‘mijn’ leerlingen bedankt…
 

 


Laat een bericht achter - aantal berichten: 0

Bent u de eerste die reageert?



Laat een bericht achter

naam
e-mail
website
bericht
Schrijf acht in cijfers: