Boeien

Blog 141 - 27 augustus 2019

Koudwatervrees als het gaat om privacy

Van 2002 tot 2007 werkte ik bij Politie Flevoland, begonnen als bedrijfsjournalist, later communicatieadviseur en al die tijd persvoorlichter. Dat wil zeggen dat je een week lang op piket stond. Vrijdagavond 23.00 uur tot vrijdagavond 23.00 uur. Je kon die hele week gebeld worden. Overdag, ’s avonds, maar ook ’s nachts. En de volgende dag – in die tijd moest je op zaterdag en zondag naar het politiebureau om daar mutaties te selecteren, te lezen en er persberichten van maken – moest je gewoon naar kantoor. Het kwam regelmatig voor dat ik in een week, elk nacht gemiddeld eenmaal wakker werd gebeld.

Dat is vaak door de mensen van de Meldkamer, die geprotocolleerd een lijstje afwerkt bij een bepaald incident en dus ook de persvoorlichter bellen. Je kunt ook gebeld worden door de media. Grote nieuwsredacties werken 24 uur per dag. Zo herinner ik mij nog een keer een telefoontje van een RTL-bureauredactrice, die navraag deed naar de brand in een bejaardentehuis in Heerenveen. Toen ik – inmiddels wakker – zei dat dat in Friesland lag en niet in Flevoland en dat ze in het vervolg iets beter moest kijken, hing ze op.

Wat ook kon gebeuren is, is dat je door ijverige politiecollega’s op straat werd gebeld. Dat werd ook gedaan om een beetje te scoren (een heterdaadje dat in de krant zou komen), maar ook om ‘die jongens en meisjes van voorlichting’ eens aan het werk te zetten als de pers lastig was. Daar werden wij toch fors voor betaald en wat wisten wij nou van het echte politiewerk? Dat vond plaats op straat, in de steeg, met soms gevaar voor eigen leven. En dat voor een schijnloontje, met een k… rooster en een omhooggevallen chef die weliswaar een paar strepen meer op zijn schouder had, maar er niets van begrepen had.

Als je aan de telefoon de discussie aanging en dat dat geweldige nieuws best wel tot de volgende ochtend had kunnen wachten, dan trad er een onzichtbaar mechanisme in werking: dan werd je dus nooit meer gebeld. En daardoor liep je als voorlichter weer achter de feiten aan en moest je op zoek naar informatie. De agenten van dienst kon je dan niet bereiken, omdat nog niet iedere diender toen een mobiel had. En omdat die agenten na een nachtdienst uiteraard thuis van hun welverdiende slaap lagen te genieten, terwijl jij met je persberichten aan het ploeteren was.

Een derde reden dat je altijd bereikbaar moest zijn, was dat je je korpschef moest dienen. Het was echt een doodzonde als je als voorlichter vergat om de allerhoogste baas niet te informeren over een bepaald incident met impact. Bijvoorbeeld als hij de volgende dag ter burelen verscheen of een belangrijk bezoek moest afleggen. Nu sijpelde er niet al te vaak informatie langs de regenpijp wat niet werd opgevangen, omdat de Meldkamer, de chef, nog een chef en een oplettende agent, vaak zelf ook de hoofdcommissaris belden. Maar o wee als het fout ging, dan werd er enkel en alleen naar de afdeling communicatie gekeken, gewezen en ging het vingertje heen en weer.

Ik heb niettemin een geweldige tijd bij de politie gehad. Van alles meegemaakt, lief, leed en wat al niet meer (Nederlands politievoetbalkampioen als aanvoerder), dus het is niet zo gek dat ik het allemaal nog volg en dat het mij aan het hart gaat als er standaard wordt geklaagd.

Agenten zitten verstrikt in het systeem waar ze niets aan kunnen doen, het wordt ook steeds drukker en ik geef het je te doen. Van een melding tot overlast, oftewel voor de zoveelste keer die oude vrouw die de hele dag niets heeft te doen en maar constant 112 belt tot aan een dodelijk verkeersongeval met kleine kinderen. Of jij de naaste familie wil informeren. Een beetje begrip, verstand en inlevingsvermogen voordat je klaagt, is soms niet zo gek, zeg maar.

Maar ik heb ook kritiek. Op de informatie die soms door de overhed en dus ook politie wordt verstrekt. Wat je leert als voorlichter, waar je ook werkt, is één ding: zeg nooit van ‘geen commentaar.’ Ik las dit Stentorbericht en dan vooral de laatste zin. De gemeente Ermelo kon in verband met de vakantie niet reageren. Hallo, dit is 2019.

Daarvoor mogen ze je als communicatiespecialist voor in de boeien slaan en afvoeren. Je moet altijd wat te zeggen hebben (en bereikbaar zijn), desnoods over het proces en wat er ongeveer staat te gebeuren. Denk aan werkwijze, voorschriften en protocollen. Wik en weeg zorgvuldig af, stem af, maar geef ook je stem aan radio, televisie en andere media.

Ik vind het daarom ook zo onbegrijpelijk dat de politie tegenwoordig vraagt om mee te helpen met opsporing, op dat moment de nodige informatie verstrekt en zelfs oproept via haar eigen social mediakanalen om alles zoveel mogelijk te delen, maar daarna zwijgt.

Dat speelde afgelopen weekend. De vermiste zwemster. Ze is gelukkig weer teruggevonden, maar het leek wel of iedereen meezocht. De oproep van haar bezorgde broer werd ruim 22.000 keer gedeeld. Maar dan is ze ineens boven water, zegt de politie niets en verschuilt zich wel erg snel en gemakkelijk achter de privacy. Waarom? En waar kon je op wachten? De waarheid komt toch naar buiten via de media. Mevrouw zat in een hotel op vrijwillige basis.

Een bizar verhaal, wat nu alle kanten opgaat. Voer voor speculaties. Dat had simpelweg voorkomen kunnen worden, als de politie meteen openheid van zaken had gegeven. Aan de ene kant het publiek vragen om allerlei info, actieve opsporing en het delen van social media-oproepen en als het zover is, geen info verstrekken. Dat is toch een soort stank voor dank?
Ik twitterde erover met de politie nog voordat de info naar buiten kwam dat de zwemster in het hotel verbleef, maar de politie bleef erbij dat ze vanwege privacy niets kon melden. Dat vind ik achterhaald, arrogant en onterecht.

Of zoek ik nu spijkers op laag water?

 

 

 


Laat een bericht achter - aantal berichten: 0

Bent u de eerste die reageert?



Laat een bericht achter

naam
e-mail
website
bericht
Schrijf vijf in cijfers: