In een vorig werkleven reisde ik driemaal per week naar Utrecht. Op de maan-, dins- en donderdag. Op woensdag was ik officieel vrij en de vrijdag werkte ik thuis of ging ik weleens met de auto naar het werk bij GGD GHOR Nederland. En ik weet het. Ik heb wat lopen klagen, foeteren, mopperen, zeuren, ergeren, irriteren, schelden en wat al niet meer als het ging om de NS. Over treinen die niet gingen zoals ik bedacht en verwacht had. Vertraagde treinen, net voor je neus wegrijdende treinen, helemaal niet rijdende treinen of plotsklaps van de aardbodem verdwenen treinen.
Wat een treinleed. Dat er één storing is in gans treinland en dat die dan net op jouw traject en op jouw reismoment is. Of dat de trein halverwege stuk gaat en je ergens met zijn allen moet wachten op een station, terwijl je liever op passend vervoer had gewacht.
Voor mij werkt het dan om mijn frustratie-ei kwijt te kunnen. Even van je af reageren in woorden dan. Niet in grove taal, maar gewoon dat je je persoonlijke leed kwijt wilt. Op social media en in tweets met NS_online gementioned. Natuurlijk volgt van de andere kant louter begrip, medeleven en een helpende digitale hand, maar je hebt er niet veel aan. Behalve die uitlaadklepfunctie en het idee dat je niet alleen bent. Gedeeld leed dus. Dat schept een band, werkt voor mij en geeft mij rust.
Ik zag het ook weleens anders. Dat de ergernis zich keerde tegen medepassagiers of de conducteur of iemand achter een servicebalie. Die mensen kunnen er ook niks aan doen. Anderen zijn schuldig. Eentje die niet oplet en vergeet een passend treinstel te regelen of een melding van een dreigende omvallende boom (echt gebeurd) de wereld inslingert. Een fanatieke treinfanaat heeft er zelfs een excuus site van gemaakt.
Helaas is er ook heel vaak een terechte reden. Een trieste. We kennen allemaal de mededeling ‘Door een aanrijding met een persoon, rijden er geen treinen….’ Ik heb het zelf een keer gezien. En het aangrijpende was ook nog dat het een jeugdig iemand was. Hij of zij zette de fiets achteloos op de standaard, wachtte op de trein en sprong. Ik stond in mijn auto te wachten en zag het op zo’n tien meter afstand gebeuren. Dat maakte veel indruk. De spoorbomen gingen omhoog, de auto voor mij startte en gaf gas. Dat deed ik ook, terwijl ik keek naar de fiets. Ik reed door. Wat moest ik anders?
Ik moest daar aan denken toen de grote man van Prorail Pier Eringa een tijd geleden een uitspraak deed over suïcide op het spoor. Waar ging het ook weer over? “Als ik na een zelfmoord een smsje krijg, denk ik: verdorie, waarom niet een minder druk tijdstip uitgekozen?” Dat zei ProRail-directeur Pier Eringa woensdag tijdens de Dag van de Rail in het NS-hoofdkantoor in Utrecht. Afkomstig uit De Metro, die er ook nog een bijzondere nieuwskop van had gemaakt. De reacties waren niet mals. Enorme woede, ontegenzeggelijk onbegrip en politieke verbolgenheid alom. Dit kon toch niet en dat voor iemand die notabene ook nog bij de NS had gewerkt.
Dat klopt, daarnaast was hij ook nog in dienst bij Politie Flevoland en was hij in het verleden ‘mijn’ korpschef. Ik had en heb een zwak voor die man. Hij is benaderbaar, enorm geïnteresseerd in communicatie en media en ook nog eens voetballiefhebber en voetbalvader. Als hij binnenkomt gebeurt er wat, hij maakt indruk en het mooie is, hij staat ergens voor. Zo ook na zijn uitspraak over zelfdoding op het spoor.
In zijn reactie was van alles terug te lezen, maar één ding niet; namelijk dat hij er zich uit probeerde te lullen, of dat hij aangaf dat men of in dit geval de media, hem verkeerd begrepen had. Of fout had geciteerd. Hij gaf wel aan dat hij niemand wilde kwetsen, maar gaf ook aan wat hij bedoelde. Hij ging de discussie over zo’n precair onderwerp niet uit de weg, maar juist aan. En alle tegenstanders praatten elkaar meteen na en een ieder moest zijn of haar afkeuring meteen de wereld inslingeren, maar Eringa bleef bij zijn verhaal en boodschap.
Daarmee raakte hij de essentie van goed en krachtig woordvoerderschap. Empathie, achter je verhaal blijven staan, argumenten aandragen en niet weglopen voor de media. Eindelijk eens een voorbeeld hoe het wel moet. Zet dat eens af tegen het optreden van de voorzitter van het 4 en 5 mei comité over te dikke mensen die geen deel mochten uitmaken van het erepeloton. Draaikonterij. Beiden hebben de (herdenkings)klok horen luiden, alleen Eringa weet waar de klepel hangt.