Blog 237 – 28 juli 2020
Drie makkelijke tips voor mediaregie
Dit weekend las ik het verhaal over hoe het RIVM meer jongeren bewust wil maken van de gevaren van corona. De boodschap luidt dat ze het virus zelf bij zich kunnen dragen en ook anderen kunnen besmetten zonder dat ze het door hebben. Maar hoe kom je in contact met die jongeren? Om ze te bereiken ging De Stentor naar jongerencamping Dennenoord in Giethmen (Ommen).
Eerst even terug in de tijd. Toen ik bij GGD IJsselland werkte, bezochten mijn collega’s onder meer Dennenoord. Het was een jaarlijkse activiteit van de GGD om condooms uit te delen en met jongeren te praten over veilige seks. Lachen natuurlijk. Tussen de kratten door, langs de verschraalde lucht van bier, sterke drank en een ochtendkater van tent tot campingwinkel en weer terug, je verhaal doen over condooms, veilig vrijen en geslachtsziektes.
Het kon dan wel wat hilarisch aan doen, maar het werkte wel. Met de jongeren praten over iets serieus in hun eigen op dat moment vertrouwde omgeving. Geen preek over de rotzooi, hun tijdelijke leefpatroon, maar hen wel confronteren met de gevolgen van eventuele domme daden. En dat op een volwassen manier.
Dat deed de GGD ook bij het busstation in Zwolle. Toen er nog massaal gereisd werd door de jongeren naar het zonnige zuiden. Wie heeft het niet meegemaakt? Lekker 21 uur lockdown in een hobbelige bus naar Zuid-Frankrijk of Spanje? Ook toen gaven medewerkers seksuele voorlichting aan jongeren. Soms was dat ietwat ongemakkelijk, want je moest het verhaal braaf aanhoren, terwijl je moeder je uitzwaaide en meeluisterde, maar ook deze actie kon de algehele goedkeuring wel verdragen.
Vanuit communicatie probeerde ik dan de media warm te krijgen om er een reportage van te maken. Die waren er meestal wel happig op. Dus de camera van RTV Oost het campingterrein op. En natuurlijk waren er jongens die dan quasi lollig hun broek lieten zakken, hun achterwerk toonden of de cameraman tipten om toch echt de gebeurtenis in die tent te filmen. Maar het moet gezegd en wat ik er nog van weet was dat Dennenoord altijd gul meewerkte aan publiciteit. Tot afgelopen week, zo las ik.
‘Manager Thomas Volkerink van de jongerencamping komt op ons aflopen. Hij wil geen media meer op de camping. Na de uitzending van de NOS hebben ze zoveel kritiek en narigheid over zich heen gekregen dat hij er geen trek meer in heeft. “Het item werd versneden en getoond bij Op1, waar vervolgens iedereen over ons heen viel. Alsof wij hier de boel maar helemaal loslaten, maar dat is echt niet het geval. Jongeren zijn heus niet de grote schuldigen van de coronabesmettingen." Zo berichtte de Stentor.’
Het is te gemakkelijk om hier en nu te zeggen van ‘het is de schuld van de media.’ Dat gaat mij wat te ver, maar de discussie vind ik wel interessant. Allereerst denk ik dat je in algemene zin heel blij moet zijn met media-aandacht. Het is de tijd van minder mediabedrijven (houd het dichtbij huis en denk aan kranten, (lokale) omroepen en nieuwssites die moeten bestaan van een portie goodwill en een paar advertenties), een enorm aanbod via internet en dalende bestedingen van mediabudget. Corona heeft veel slachtoffers gemaakt.
Dat je dan toch mag rekenen op media-aandacht en dat er een journalist, een cameraman of een radioverslaggever langskomt, is best bijzonder. Of in ieder geval iets om even bij stil te staan. Helemaal als jezelf benaderd wordt. Je kunt er natuurlijk zelf ook werk van maken. Tip de media. Verrassend genoeg, levert dat best vaak wat op. Iets dat ik de kleinere bedrijven, organisaties, instellingen en verenigingen ook adviseer en wat ik media-attendering heb genoemd.
Als je eenmaal die media-aandacht hebt, wat dan? Hoe doe je dat dan? Maak je afspraken met de media? Wat heb je ze te bieden? Heb je wat voorbereid, iets geregeld en doe je wat moeite? Is er iemand beschikbaar? Wat als het verhaal of item klaar is? Is er iets van zeggenschap over hoe het gepubliceerd wordt? En hoe zit het ook alweer met beeldmateriaal, de scheidslijn onder de 18 en erboven, toestemming en dat allemaal in het licht van de AVG? En zo is er nog wel meer te verhapstukken. Toch goed om even over na te denken? Dat schaar ik onder de noemer media-advisering.
In dit geval had Dennenoord een paar foefjes kunnen toepassen. Zorg allereerst dat je kort en krachtig bent in je antwoorden. Hoe minder lange volzinnen, hoe minder kans op gemonteer. Dat was tip één. Tip twee: als je in een RTV-item niet wilt dat er geknipt en geplakt wordt, is het zaak om je kernboodschap meerdere malen te herhalen. De kans dat de kern erin blijft is zo veel groter. Tip drie is een opsomming. Gebruik die. “Wat wij belangrijk vinden, zijn drie dingen. Ten eerste,…. Daarnaast….. Dat was het tweede punt en als derde…”
Degene die de montage voor zijn rekening neemt, kijkt wel uit om hier de schaar in te zetten, want als er dan een punt wordt weggemoffeld, dan wordt het wel een heel apart item.
Dat Dennenoord nu wat bozig is en baalt, is dus slechts een beetje te begrijpen. Een nog betere voorbereiding en een gedegen advies van communicatieprofessional hadden kunnen helpen. Om alle media dan maar te weren op je terrein en dus over één kam te scheren, is wel heel kort door de bocht. Zeker omdat het onderscheid tussen RTV-media en geschreven pers, wegvalt. Hoe lang ga je deze boycot volhouden? En als je straks de media nodig hebt en wilt uitnodigen? Zijn ze dan ineens wel welkom?
Ik heb tenslotte nog een algemene tip. Denk bij media-aandacht niet van ‘dat doe ik wel even’. Maak er tijd voor, verplaats je ook in de journalist en raadpleeg desnoods een communicatieprofessional. Ik heb bij de politie mediatraining gehad van Ad Everaars. Hij zei over een televisie-item dat het niet alleen om jouw optreden gaat, maar dat de media zelf ook een goed journalistiek product wil maken.
Zoek het dus in een goede voorbereiding, samenwerking en afstemming. Zet samen iets goeds neer. Dus niet ‘hélp een journalist!!’ ‘Maar help een journalist.’
Heb jij hulp met media nodig? Ik help je graag: www.mediabureaumeer.nl/contact.