Informatievuurpijl

Ik ben nu ruim drie maanden bezig en er moet mij toch wat van het hart. Want laten we wel wezen, ZZP-er zijn is niet altijd even comfortabel, zeg maar. Ga maar na. Niet rond de 20ste van iedere maand vast loon, geen leuke, gekke en inspirerende collega’s in je directe omgeving en al die borrels, partijtjes en uitjes mis je uiteraard ook.
Daar word je door de Kamer van Koophandel overigens ook voor gewaarschuwd. In zo’n aftrapbijeenkomst met een hoog bezint eer gij begint karakter. Dat het best wel eens eenzaam kan zijn, dat het wat geld betreft meer investeren dan incasseren is en dat je je een heel nieuw dagritme moet aanleren. Goed om te weten hoor, maar heeft het betrekking op mij of beter gezegd op Mediabureau MEER? Nou niet echt.

Ik heb een financiële basis, anders was ik er wellicht niet aan begonnen en ik heb geen last van eenzaamheid zeg maar. Dat is toch het voordeel als je een behoorlijk netwerk hebt. Onder meer in de grote mensen sport (PEC Zwolle, waar ik hoofdredacteur ben van de uitgave Onder de Peperbus en Coniche Topvolleybal Zwolle, waar ik mij bezighoud met media-organisatie), in het amateurwereldje (Be Quick’28 waar ik zelf nog voetbal bij Recreanten 3 en HTC, waar zoals bekend Olav en Tomas actief zijn) en gelukkig ook buiten de sport.

Ook doordat ik al wat langer meeloop, werk voor diverse kranten en bladen, ken ik veel mensen, heb de benodigde contacten en schroom niet om nieuwe digitaal aan te boren. Om er maar even een populaire oneliner tegen aan te gooien: ‘Nee heb je, ja kun je krijgen’. Die hanteer ik meer dan ooit. Je probeert jezelf te verkopen, je bedrijf te promoten en meer. En dat allemaal zonder dat het teveel wordt of irritant overkomt. Op internet zijn daar tig pagina’s over te vinden, hoe je dat moet doen. En vooral hoe niet.

Als ik dat alles met een schuin oog lees en die info op mij in laat werken, denk ik altijd maar één ding en dat is terug aan een uitspraak van toenmalig plaatsvervangend korpschef Politie Flevoland, Wim Kleinhuis. Later kwam ik hem nog tegen bij GGD GHOR Nederland als directeur publieke gezondheid (DPG) van Friesland, maar dit geheel terzijde. Nou ja in kader netwerken toch wel handig…

Hij zei tegen agenten als het ging om klantcontacten: “Behandel de ander zoals jezelf behandeld wilt worden.” Tja, daar kun je niet op tegen zijn toch? Dus als ik de zoveelste mail binnenkrijg met een aanbod dat ik eigenlijk niet kan weigeren en dat diegene mij binnenkort gaan benaderen, zit ik daar dan op te wachten? Overduidelijk van niet. Sterker nog, ik neig ernaar om die mails en dat nummer te gaan blokkeren. Iedere keer als ik die naam dan toch voorbij zie komen, ontstaat er bij mij lichte ergernis in plaats van gulle medewerking.

Zo wil ik dus niet te werk gaan. Alleen eerlijk is eerlijk: dat vind ik verrekte lastig, maar het moet. Zo maar informatievuurpijlen afschieten in het digitale luchtruim kan, maar daar moet je niet teveel van verwachten. Dat snap ik. Je bent elkaars onbekenden, dan mag je een aftastende houding verwachten. Door kennis en kunde, kun je zo’n iemand op de wat langere termijn zo ver krijgen om jouw diensten af te nemen. En er komt ook wel een beetje geluk bij kijken, waar je geen invloed op hebt en het gaat vaak om timing. Wanneer doe je wat op welke wijze? Dat heb je wel in de hand.
En wat ik misschien nog wel het allerbelangrijkste vind. Empathie, het kunnen verplaatsen in de ander. Dus gedegen te werk gaan, even tot tien tellen en op de stoel van de andere ondernemer gaan zitten. Rekening houden met en toeslaan op het moment dat het kan.

Maar het verhaal wordt anders, als het gaat om afspraken die niet nagekomen worden. Daar heb ik ook mee te maken sinds ik gestart ben met Mediabureau MEER.  Eentje daarvan is een ondernemer die dankzij mij met een verhaal in de krant is gekomen en toen ik daarna contact met hem had, nog een keer gesproken heb over mijn bureau en wat ik voor hem kon betekenen. Ik deed nog wat meer research, nam nog contact op met een andere ondernemer, waarmee hij zaken deed en kreeg daarna te horen dat beiden binnenkort bij elkaar kwamen om onder meer mijn Mediabureau MEER verhaal te bespreken. Dat was net wat ik wilde horen, helemaal toen er gezegd werd dat daarna contact met mij opgenomen zou worden. Die is bijna binnen dacht ik hoopvol. 

Vandaag zijn we exact zes weken verder. Niets gehoord. Helemaal niets. Ik heb na een week een mailtje gestuurd, twee weken geleden nog eentje. Heb via een ander contact nog een creatieve poging gewaagd, heb gebeld en vooral afgewacht. Daarnaast ontzettend empathisch geweest en steeds maar gedacht van hoe, wanneer en hoe vaak zou ik benaderd willen worden, totdat het niet meer leuk zou zijn.

Eerlijk gezegd, vind ik het zelf niet leuk meer. Laat maar, denk ik. Het hoeft niet meer. Mediabureau MEER doet geen moeite meer. Maar ik moet toegeven dat het blijft hangen, knagen en mij bezighouden. Is het nu teveel gevraagd om uit goed fatsoen te reageren? Kan er in al die tijd geen mailtje of belletje vanaf? Ik ben een keer uitgeëmpathied hoor met dat ondernemers altijd druk zijn en nergens tijd voor hebben. Zo wil ik niet zijn. Laat ik daarom maar eindigen met een ware tegeltjeswijsheid: ‘Wie goed doet, goed ontmoet.’


Laat een bericht achter - aantal berichten: 0

Bent u de eerste die reageert?



Laat een bericht achter

naam
e-mail
website
bericht
Schrijf veertien in cijfers: