Het voetbalseizoen is weer van start gegaan. Dat betekent dat mijn boys weer hun wekelijkse trainingen hebben en dat zaterdag wederom de voetbaldag is bij de Riemensjes. Olav zit wat bij andere clubs ingedeeld dan hij gewend was. We gaan naar Epe, Lelystad, Dronten en krijgen bezoek uit Oene, Apeldoorn en weer Epe.
“Best leuk pappa, een keer wat anders”, zei hij en gelijk heeft hij. Tomas’ team houdt het wat dichterbij huis, al vind ik uitduels in Doornspijk en Elburg dan persoonlijk weer extra leuk. Swifterbant, Genemuiden en Go Ahead Kampen komen de kant op van HTC.
Want HTC dat is de vereniging waar Olav en Tomas spelen. Het is niet mijn vereniging. Afgelopen zomer hadden de grasvelden de hitte weliswaar redelijk doorstaan, maar waren de doelpalen roestig van het vieze sproeiwater. Alleen voetballen op dat ene grasveld mocht dan weer niet, want er waren verkeerde graszaadjes gebruikt.
Daarnaast blinkt de club niet uit in onderhoud, informatieverstrekking en het op orde hebben van trainers en leiders. Het sportpark is hopeloos verouderd, er staan wat duistere hokjes rondom de velden, waar niemand het wat en vooral het waarom nog weet. De schouw van de sponsorcommissie is van de vorige eeuw, want er staan rond het hoofdveld nog reclameborden met oude kengetal telefoonnummers. Voor meer info over HTC surf je volgens een tekst naar iets met surf.nl/HTC.
De communicatie is dan ook niet meer van deze tijd. Het twitteraccount is door iemand in zijn (of haar?) bezit, maar niemand weet wie. Degene zelf wel, maar die is het wachtwoord kwijt of weigert iedere medewerking. Geregeld komt het voor dat de kleedkamer- en veldindeling op zaterdag nergens te lezen valt en als ouders vaak niet zelf een trainer of leider leveren, komt er een heuse infoavond. Die wordt dan kort voor tijd gepland. Levert zo’n rondgang geen vingers op, dan gaat het team niet van start in de competitie en wordt het niet ingeschreven in de beker.
Zowel het team van Olav als dat van Tomas dreigde dit lot te ondergaan. Bij Olav zit nog wel een goed leidersduo, dus daar was de nood niet zo hoog. Bij Tomas was er helemaal niets, dus toen besloten de oud-leider en ik het maar weer op te pakken.
Wat ik vervolgens deed is communiceren, oftewel eenieder informeren. Het competitieprogramma, de bekerduels, de regeltjes en de afspraken. Vragen, suggesties of iets anders? Ons persoonlijk appen of aanspreken. Niet in de groepsapp. Ook was er een voorstel om de meest voorkomende taken te verdelen. Onderling onder de ouders. Bijkans tot het tuttige af. Dus bij thuisduels wie schenkt de ranja, staan de goals klaar, is er iemand die een kantinedienst wil draaien en wie ontfermt zich over de lief en leed zaken? En is er een reservescheidsrechter, naast de vaste arbiter?
Alles werd benoemd, beschreven en er werd een duo namen achter gezet. Je regelt je eigen vervanging. Iedereen weet nu waar die aan toe is. Zo simpel. Het idee is ook heel simpel: alles samendoen, iedereen heeft een rol, gerichte communicatie en geen onduidelijkheid. Zo moeilijk is het allemaal niet hoor. Iedereen kan het.
Helaas… dat is niet zo. Heel verenigingsland klaagt over het gebrek aan vrijwilligers. Dat is niet het probleem. Het probleem is kwaliteit. Beter twee goede dan tien middelmatige vrijwilligers. Slecht werk van slechte vrijwilligers – ze zullen het ongetwijfeld goed bedoelen – kost pas veel werk en energie.
De voorbeelden maakte ik onlangs nog mee. Zonder ook maar enig overleg en communicatie, kreeg ik een melding van voetbal.nl dat een thuiswedstrijd was afgelast. Achteraf had het te maken met de onbespeelbaarheid van de velden. Onze wedstrijd was niettemin gepland op een ander veld, maar ook dat moest rusten. Er werden wel wedstrijden opgespeeld, maar niet de hele dag. Dus zonder ook maar een vorm van communicatie, werd dit besloten. Tegenstander boos, spelers teleurgesteld en ik had last van allebei. Vervolgens komen de excuses. Hij is ook maar een vrijwilliger, doet zijn best en werkt er ook nog naast. Ander voorbeeld. Waarom is de website nog niet bijgewerkt? Tja, op vrijdag gaat de laptop dicht, op maandag weer open. ‘Het is en blijft vrijwilligerswerk he…’
Andere wijsheden die ik ook vaak hoor: ‘Wij betalen niet, want vrijwilligers zijn onbetaalbaar.’ ‘Vrijwilligers zijn het cement van onze vereniging.’ Of de ‘kurk waar onze club op drijft.’
En laatst las ik in een verdwaalde column een oproep om vrijwilliger te worden. De conclusie van de schrijver was dat we onvoldoende vrijwilligers hebben. Naast de lofrede en -betuigingen, de veren, de schouderklopjes en de voldoening voor en van al dat vrijwillige werk, was toch vooral de energie die vrijwilligerswerk opleverde, de doorslaggevende succesfactor.
Maar waarom blijft het vrijwilliger zijn, dan toch zo hangen in het vrijblijvende, matig presterende en erbij willen horen, maar het eigenlijk niet kunnen? Waarom zijn er zo ontzettend veel slecht functionerende vrijwilligers? Zij zorgen vaak voor minder plezier en juist voor energievretende herstelwerkzaamheden.
Selecteer als vereniging op kwaliteit, investeer erin en geef de goede, bekwame en capabele mensen meer verantwoordelijkheden. En beloon ze! Werk met gradaties. Kwalitatief goed en veel vrijwilligerswerk geleverd? Ok, dan betaal je minder of zelfs geen contributie voor je kind. Kijk bij andere clubs in de keuken, beoordeel elkaar en leer. Waarom word je als vereniging nooit geaudit door de buurtclub? Dat je de meest simpele dingen naloopt, je erop beoordeeld wordt en één en ander protocolleert. En dat je leert van elkaar. Daar wordt iedereen beter van. Er hangt nu nog steeds een zweem omheen van ‘we zijn blij met een extra vrijwilliger, fijn dat je er bent, maar wat kun je eigenlijk?’
Volgens mij is het vrijwilligersprobleem op te lossen met kwaliteit, niet met kwantiteit. Simpel zat. Eens? Oh ja. Ik heb liever dat een paar uitgesproken mensen met kennis van zaken het hier mee eens zijn, in plaats van de zwijgende meerderheid…