Ik had dit weekend kort social mediacontact met Henk Stouwdam. Hij is sportjournalist voor NRC, heeft tal van Olympische Spelen bijgewoond en schreef een groot artikel over Coniche Topvolleybal Zwolle. Over het zelfsturingprincipe, over stemgedrag om zo te bepalen wie er in de basis start en de ontevredenheid over een wisselbeurt. Want wisselen doe je als het ware zelf.
Ik ken Henk via zijn vrouw, die jarenlang redactieassistente was bij de Elburger Courant. Als zij weer eens sprak over dat Henk binnenkort vier weken naar pak ‘m beet Peking moest en dat ze er met de kinderen weer eens alleen voor stond, was ik alleen maar stikjaloers. Zat ik net een 1 kolommer te bewerken over de mandarijnenactie van de plaatselijke zangvereniging, die tot ontsteltenis van het voltallige bestuur de krant niet had gehaald, ging het bij Henk over grootheden als Michael Phelps, Usain Bolt en de Oranje hockeydames.
Ik weet niet of hij ze ook allemaal gesproken heeft, maar hij mocht ze in ieder geval live aanschouwen. Hij wel. Ik kreeg één van de bestuursleden van de zangvereniging letterlijk bozig aan de deur met de vraag waarom het artikel niet geplaatst was. Dat kon toen nog, met al je NAW gegevens gewoon in het colofon staan.
Van colofon naar Coniche. Wat ik daarmee heb? Ik was ooit fan van Landstede volleybal, dat drie keer landskampioen werd. Alleen Landstede trok de financiële stekker eruit, waarna de focus en de financiën zich verplaatsten naar de basketbal. Op een dag struinde ik het internet af en trof in de uithoeken iets aan over een doorstart, licentiebehoud en een nieuw begin van de volleyballers. Ik was oprecht geïnteresseerd.
Op zomaar een moment kwam ik in contact met de grondleggers, want ik verbaasde mij wat over de geringe PR en communicatie. Je begint iets nieuws, je doet aan sportvermaak, dan ben je toch gebaat bij belangstelling, publiciteit en publiek? En dan vooral freepublicity, want budget is er amper en moet opgehoest worden door sponsors en…spelers. Dat wil zeggen dat ze op de een of andere manier zorg moeten dragen voor een financieel fundament. Verdienen doen ze niet, dus iedere volleyballer van het team, dat uitkomt op het allerhoogste niveau van Nederland, heeft er een baan bij en legt geld in.
Freepublicity staat of valt met een aantal zaken. Ik heb dat namens Mediabureau MEER media-attendering genoemd. Wat voor nieuws heb je nu echt, is het onderscheidend, anders? Hoe val je op tussen al dat aanbod? En wat voor content breng je mee of lever je aan? Zo interessant en gemakkelijk dat een redactie denkt van 'ja, daar doen we wat mee?' Je wilt als club iets van in dit geval een journalist. Mag je het dan ook allemaal even goed organiseren? Ja toch? Doe dat dan ook.
Die rol (even scrollen op de site) heb ik op mij genomen, ik noem mezelf media-adviseur. Ik ben geen perschef, ben ook niet wekelijks bij de club of ik regel alle perszaken. Wat ik wel doe? Ik heb een notitie geschreven over het handige gebruik van social media, een contentkalender gemaakt (wanneer kun je welke boodschap op welke manier uitdragen) en persberichten geredigeerd en laten versturen. Zo is Coniche Topvolleybal Zwolle wat lokaler en regionaler bekend geworden. Dat laatste kwam vooral door de speciale wedstrijd die in teken stond van Tobias Foundation en waarvoor ik het persbericht schreef, wat advieswerk en meer deed.
Het enige dat nog een beetje ontbrak was landelijke aandacht. En vraag mij niet waarom – ik ben tenslotte media-adviseur geen perschef – was het dit weekend twee keer raak. Eenmaal een NOS item op de zaterdagavond en dus een groot NRC artikel in de maandagkrant. Tweemaal landelijke media-aandacht voor Mediabureau MEER, want ik ben als tegenprestatie shirtsponsor. Op de onderrug, omdat volleyballers nu eenmaal veel voorover staan.
Of de spelers ook gebukt gaan onder de slechte prestaties, durf ik niet te zeggen. Wel viel mij dit nog op aan het NRC artikel. ‘Met die zelfwerkzaamheid wil het echter niet vlotten. Resultaat tot nu toe: nul vlogs, nul blogs, nul kennisevents en een paper in de maak, dankzij een studente van Hogeschool Windesheim die onderzoekt of een sportteam beter af is met twaalf coaches dan met één. Tot ergernis van ‘penningmeester’ Het Lam, die onlangs tijdens een tussenevaluatie de alarmbel luidde in, oh ironie, een etablissement genaamd De Zevende Hemel. De spelers hebben beterschap beloofd en gaan werk maken van blogs en vlogs.'
Dat gaat vast lukken toch? Anders weet ik nog wel iemand...