08 december 2021
Ik gooi ‘m er maar even in. De Zwarte Pietendiscussie. Het klopt echt van geen kant en is helemaal fout. Inderdaad. Het moet anders. Het is namelijk zwartepietendiscussie. Huh? Deze Meermaals gaat over de schrijfwijze van officiële feestdagen. Eén ding is zeker: het is typisch Nederlands, vergelijkbaar met de huidige coronaregels, dus nagenoeg onnavolgbaar.
Paashaas
Wat is de taalregel? Officiële feestdagen krijgen een hoofdletter, afleidingen hiervan niet. Het is dus Kerstmis, Pasen en Nieuwjaar, maar kerstdag, kerstboom, paashaas, oud en nieuw en nieuwjaarsdag. Voor andere vieringsdagen (volgens de spellingscontrole is het viering dagen) geldt dat ook. Het is: Koningsdag, Prinsjesdag, Moederdag, Valentijnsdag, Bevrijdingsdag, Internationale Vrouwendag (of we dat moeten vieren, is een geheel ander discussie) en Halloween.
Het is dus ook Sint-Maarten: met streepje is de feestdag, zonder streepje het eiland. Ik heb overigens een duidelijke voorkeur voor dat laatste. Ik vlucht op 11 november nog regelmatig in het donker naar boven.
Terug naar iemand die wel uitdeelt. De sint. Nee hè. Ook niet correct. Want? Sint is met hoofdletter. Het is sinterklaas vieren (de periode) en dus sinterklaasperiode en sinterklaastijd. De eigennamen Sinterklaas (synoniem voor Sint-Nicolaas), Sint-Nicolaas, Sint, Zwarte Piet en Piet krijgen hoofdletters. Synoniemen en afleidingen schrijven we dan weer met een kleine letter: goedheiligman, sinterklaasfeest, zwartepietenpak, sinterklaasactie, sinterklaasavond, sinterklaascadeau, sinterklaasdag, sinterklaasgedicht, sinterklaasgeschenk, sinterklaasinkopen, sinterklaasintocht, sinterklaaslied, sinterklaaspapier, sinterklaassurprise, sinterklaasverkoop, sinterklaasvers, sinterklaasviering en - daar is die weer - zwartepietendiscussie.
Daarover gesproken. We schrijven dus Zwarte Piet als eigennaam en dé helper van Sint-Nicolaas. Maar zwarte piet(en) = persoon/personen die voor Zwarte Piet speelt/spelen. En in de combinatie is het: Sint en Piet, de sint, de pieten en ook sinterklazen en hulpsinterklazen. Verder is het de zwartepiet krijgen en iemand de zwartepiet toespelen. En oh ja, volgens het Groene Boekje (ja, ja met twee hoofdletters), is er ook zwartepiet. Dat is een verwijzing naar het kaartspel.
En nu we toch bezig zijn. Wat doen we met kerst (nee geen Kerst)? Kerstmis is met een hoofdletter, want het is de eigennaam voor het kerstfeest. We schrijven kerst met een kleine letter, want het is de afkorting van Kerstmis. En kerstdagen past feilloos in het rijtje: kerstbal, kerstboodschap, kerstboom (waar haal jij ‘m dit jaar of staat die al?), kerstcadeau, kerst-cd (afkorting vandaar het streepje), kerstconcert, kerstdienst, kerstdiner, kerstgedachte, kerstkrans, kerstmenu, kerstnummer, kerstpakket, kerstreces. Het is ook eerste en tweede kerstdag, net als kerstkind. Nou, behalve als het om het kind Jezus gaat. Dan is het Kerstkind.
Eigenlijk allemaal heel logisch toch? Sterker nog: een kindeke kan de was doen.