11 augustus 2021
Marcus Cato was een Romeins staatsman en schrijver. Van hem is het citaat: “Ik kan iedereen zijn fouten vergeven, behalve mijzelf.” Taalfouten. Laten we het daar eens over hebben.
De zoektocht naar fouten in publicaties is geen zoektocht. Je scrollt door twitter, kijkt televisie of slaat de krant erop na. RTL Nieuws kwam in een berichtje met de zin ‘de agenten probeerden de man te animeren’. Daar had natuurlijk reanimeren moeten staan. Om je dood te schamen.
Pinda’s
En wat te denken van het NOS-journaal dat vertelde over dat ‘de brandweer een drukke nacht achter de boeg had’? Ik wil het vuurtje niet opstoken, maar dat is een hele foute contaminatie: iets voor de boeg of achter de rug hebben. Niet opgevallen? Wat dacht je hiervan? Hoe vaak schrijf je ‘polshoogte nemen’? Fout, want het is poolshoogte nemen. Het gezegde komt namelijk uit de zeevaart.
Zo kan ik – alleen als ik kijk naar de afgelopen dagen – nog wel even doorgaan. Een weginspecteur met zijn mobiel als twitterspeeltje, stuurde dit dinsdagavond boos de wijde wereld in: “En dan wordt ik ook nog uitgemaakt voor bandiet.” Inderdaad misdadig, moeten we nu pinda’s gaan rijgen voor hem? Beste mensen: ‘word geen Jan.’ Ja, dat moet zonder -t.
Fouten maken, ook ik doe het. En ik gruwel ervan. Vandaar bovenstaand citaat. Ooit had ik in 5 VWO een dictee van meneer Visser. Altijd in pak, met strik en aimabel van top tot teen. In dat dictee moest je een voorwerp verhalend beschrijven. Ik koos voor fototoestel en presteerde het om dat woord werkelijk iedere keer op papier te zetten als fototoetstel. Het leverde mij steeds het commentaar ‘nou ja zeg’ op.
Wetenschappers zeggen dat hoe goed je ook schrijft, op de hoogte bent van de regeltjes, je door tijdsdRUK vaak de fout ingaat. Ik ben het alleen eens met de laatste drie letters, want dat vind ik echt. Ik wil namelijk foutloos door het leven. En dat zouden meer mensen moeten doen.