22-10-2025
Wat weet u eigenlijk van feitelijke onjuistheden?
Ik twijfelde even over de titel boven deze MEERMAALS. Naast de ‘Slimste Mens’ variant had het ook ‘feitelijke onjuistheden, kent u die uitdrukking?’ kunnen zijn. U weet wel, afkomstig van Paul Haenen alias Dominee Gremdaat. Persoonlijk vind ik deze verreweg de leukste, maar verder is het allemaal niet zo grappig, die feitelijke onjuistheden. Tijd voor een preek.
Een herhaalde preek, want het is al wat MEERMAALSen geleden dat ik het onderwerp bij de kop pakte. Daarom tuig ik ‘m nog een keer op, stof ik ‘m af en blaas ‘m een soort van nieuw leven in. Die term media-advisering van mij. De middelste in het rijtje media-attendering, media-advisering en media-alarmering.
Basale zaken
Bij media-advisering is het zowaar gelukt om media-aandacht te krijgen. Daarna gaat het over onder meer hele basale zaken. Wat nu? Hoe bereid je je voor als geïnterviewde? Wat is überhaupt je boodschap? Maar ook hoe werkt het met een mogelijke foto, de lengte van het verhaal en mag je het artikel nog inzien voordat iets gepubliceerd wordt? Wat zijn feitelijke onjuistheden eigenlijk? Hoe werkt dat? Kortom, hoe speel je het spel met de journalist?
De feiten gaan deze keer over feitelijke onjuistheden. Misschien ben ik niet duidelijk of uitgesproken genoeg? Of heb ik botte pech dat ik nou net de verkeerde mensen tref aan de overkant van de tafel of telefoon? En hoe maak ik nu duidelijk hoe dat spel interviewer-geïnterviewde gespeeld moet worden?
Prima gesprek
Afgelopen week had ik een interview met een voetballer die jarenlange trouwe dienst in de semi-top van het amateurvoetbal achter de rug heeft. Nu was hij neergestreken bij de hoofdmacht van een derdeklasser, waar zijn twee zwagers ook spelen. So far so good. Telefonisch interview vanuit de auto, prima gesprek, standaard afsluiting met: ‘Ben ik nog iets vergeten, heb ik iets niet benoemd?’
Ik ben nog zo’n naïeve voorheen blonde journalist die gelooft dat een geïnterviewde sporter zich ook goed voorbereid heeft en een lijstje voor zijn neus of in zijn hoofd heeft. Niet dus, er kwam dan ook geen reactie. Maakt niet uit, maar daarna maakte ik een wel hele dommere fout.
Ik had na tig sportinterviews toch echt beter moeten weten. Maar het floepte er zomaar uit.
Ik hoor het mijzelf nog zeggen: ‘Wil je het nog even nalezen?’ En dat niet alleen. Omdat ik aan het praten was tegen een gerenommeerde en doorgewinterde amateurvoetballer, liet ik de spelregels achterwege. Als ik eraan terugdenk dwarrelen mijn gedachten af naar de film van Ome Willem: twee drumstokken tegen het hoofd, één voet op het pedaal en boem. Foei Ome Willem!
Op zijn kop
Het leed was toen nog niet geleden, maar na tig appjes, telefoontjes, mailtjes, twee andere medewerkers (de eindredacteur en de redactiechef) die zich ermee bezig hebben gehouden, uiteindelijk wel. Het hele interview werd op zijn kop gezet. Ik som op wat mij – en ik vind het woord gevraagd hier niet op zijn plaats – opgelegd werd en hoe het dus niet werkt.
-Het is niet de bedoeling om het halve artikel te gaan herschrijven. Daardoor zijn taalbruggetjes ineens grote gapende gaatjes, lopen zinnen niet meer en ondergraaft het de structuur van de tekst.
-Het is niet de bedoeling om eigen citaten ineens heel anders weer te geven, door ze te veranderen, in te korten of er zomaar iets aan toe te voegen.
-Het is niet de bedoeling om vooraf de foto te mogen zien en zelf te kiezen welke het wordt (als freelancer zie ik de foto ook pas in de krant en neem van mij aan, ook dat gaat niet altijd ‘goed.’).
-Het is niet aan de geïnterviewde om te bepalen wat de kop boven het artikel wordt.
-Het is al helemaal niet aan de geïnterviewde om te bepalen of er wel of geen publicatie moet plaatsvinden.
Dit wilde de betreffende speler dus allemaal. En het allerergste vond ik dit nog en ik citeer: “Alle interviews die ik heb gegeven in m’n carrière heb ik zo aangepakt. En het kon altijd aangepast wordwn.”
Inderdaad. Het is worden.
Moraal van het verhaal. Schoenmaker blijf bij je leest. En dat geldt wat mij betreft voor iedere geïnterviewde. Snap ‘gewoon’ hoe het werkt en als dat te hoog gegrepen is, dan heb ik een derde klasse rode lantaarndrager advies voor je: doe in ieder geval je best.