25 mei 2022
In veel gesprekken laat ik het vaak vallen. Dat het mijn droom is, dat ik dat eigenlijk het allerliefste doe en dat ik ook het idee heb, dat het een behoefte vervult. En toch trap ik zelf meteen op de rem. Het akelige verdienmodel. Dat ontbreekt.
Ik zou zo graag een sportcommunicatiebureau willen beginnen. Waar alle vraagstukken op communicatiegebied eerst druppelsgewijs binnenkomen en daarna binnenstromen. Sportclubs die totaal niet weten wat te doen met interne of externe communicatie. Met profilering, hoe om te gaan met de media, het onderhouden van de websites, social mediabeleid. En worstelen met de algemene ledenvergadering oude stijl, met sponsorcommunicatie en wat te denken van de inrichting en aankleding van het sportcomplex, want dat is toch ook communicatie?
Eerlijk is eerlijk. Ik werd ook getriggerd. Door een verhaal van een sportieve moeder, die haar 5-jarige zoon op een sport wilde doen. Ze melde haar kroost aan bij drie sportverenigingen en schreef het teleurgesteld van haar af. “Mijn zoon is 5 jaar en dat leek me een mooie leeftijd om eens bij een vereniging te gaan sporten. Na op het schoolplein eens rondgevraagd te hebben, viel het me op dat de meeste ouders geen idee hebben van het sportaanbod in onze wijk.”
“Zonder alle beslommeringen hier gedetailleerd uit de doeken te doen, moet je denken aan: maandenlang geen enkele reactie, websiteformulieren die niet werken, talloze pogingen om contact te krijgen en telefoonnummers te achterhalen. Het belangrijkste: bij geen enkele vereniging heb ik het warme gevoel gekregen waar het bij binding allemaal om draait.”
Tja, al lezend krijg ik meteen mixed feelings. Een gevoel van herkenbaarheid, maar zeker ook van afkeuring. Ik maak het zelf ook mee. Bij een voetbalclub, waar de oude garde zich ongemerkt bemoeit met van alles, nog wat en alles wat daartussen zit. Alleen maar bedoeld om invloed uit te oefenen, te vertragen en vooral het nieuwe, andere en misschien wel het bedreigende buiten de sportcomplexdeuren te houden.
Onder het mom, wat maakt het uit en we doen het al jaren zo en wij bepalen. Terwijl ondertussen de jeugd diezelfde deur uitholt en er op zaterdag soms helemaal niets te doen is op datzelfde complex.
Alarmbel
Ik blijf erbij. Zeker nu. Onrustbare verhalen in de media. De jeugd sport niet meer, al dan niet voor, tijdens of na de coronatijd. Iedereen holt naar de alarmbel. Het geluid om meer geld, betere voorzieningen en we zijn ook maar vrijwilligers hè, klinkt dan altijd. Lekker makkelijk. Kun je het zelf niet, zoek dan hulp. Stap eens over je verenigingsmuur, kijk om je heen en laat je in met nieuwe ideeën, verfrissende invalshoeken en andere mensen. Een mooie gedachte nu de nacht langzamerhand valt over het huidige seizoen, om zo in de nieuwe jaargang beter voor de dag te komen.