31 augustus 2022
Hoe belachelijk wil je jezelf maken?
Ik ben ook maar een mens hè, maar toch lukt het mij steeds beter. Ik spaar het op en breng het pas te berde als ik mij aan mijn nieuwe Meermaals zet. Niet eerder. Horen, zien en schrijven. Eenmaal per week. Dat idee. Alleen wat ik afgelopen week toch las? En las en nogmaals las.
Het ging om een artikel uit Adformatie. Ooit een geel-zwart magazine met veel wit, dat wekelijks langskwam op de burelen van Politie Flevoland, maar daarover straks meer. In de online nieuwsbrief stond de afgelopen week de rubriek gastblog. Mijn gedachten dwarrelden af.
De beide auteurs (vrouwen) stonden voor de spiegel, het zwarte tenue aan, de eierdop deed andermaal dienst als hoofddeksel. Als twee Calimero’s begonnen zij aan hun artikel.
Verhouding
Je moet het lezen om te geloven, dus ik ga het gastblog hier niet citeren. Maar het komt erop neer dat de grotegaapdiscussie over te weinig vrouwen aan de talkshowtafel, de vrouwenminderheid in de top van het bedrijfsleven en so weiter, wordt doorgetrokken naar de verhouding mannelijke en vrouwelijke woordvoerders. Want er zijn te veel mannen ten opzichte van vrouwen die het woord voeren, aldus het komische duo. “Ook in het bedrijfsleven stappen nog steeds veel meer mannen naar voren om als woordvoerder of expert op te treden.” Hè, ben ik toch aan het citeren.
En dat vinden de beide schrijfsters maar niks. Met een houtje-touwtje constructie wordt het verband gelegd tussen dat media bij persvragen vaak vragen naar de persoon boven in de organisatie. Citaat nummer twee: “Daar ga je al, want slechts 25 procent van de leiderschapsposities in Nederland wordt door een vrouw bezet. Volgens die theorie betekent dat we in 1 op de 4 gevallen met een vrouwelijke woordvoerder te maken hebben. Tenminste als we de stelregel hebben dat ceo’s en directeuren altijd de stap naar voren zetten en de spotlight opzoeken.”
Boom
Volgens mij en ik mag zeggen dat ik dat weet, snappen media maar wat goed dat je – afhankelijk van je medium en de aard van het nieuws – niet automatisch aan de hoogste boom moet schudden. Je gebruikt je netwerken, doet je huiswerk, zoekt het werkvloerverhaal op en wie weet leg je je bevindingen voor aan de hoogste pief of piefin, wie het ook mag zijn.
“Maar ook in leiderschapsposities zien we een verschil en zijn vrouwen in leidende posities terughoudend in het opzoeken van aandacht.” Ik wil wegblijven van de meer generieke discussie én combinatie aandacht en vrouwen…, maar waar is dat op gebaseerd? Het kan nog belachelijker en ik citeer ten derden male. "Maar daarbij zijn vrouwen vaak ook betere en inspirerende woordvoerders dan mannen. Als ik het even over één kam scheer, vallen mannen vaak terug in voorspelbare oneliners, willen de boel wel even oplossen, een markt opschudden of laten zien hoeveel ze weten over een onderwerp."
Waar blijkt dat uit? De twee PR-dames die dachten een pen te kunnen vasthouden, roepen maar wat. Echt.
Piket
Laat ik feitelijk uit ervaring spreken. Bij Politie Flevoland, waar ik dus gewerkt heb, was er zeker geen onderlinge strijd tussen de voorlichters. Verre van dat zelfs, maar bleek wel dat sommige vrouwelijke woordvoerders vaker moeite hadden met het meer zakelijk woordvoeren na een ernstig incident dan mannen. Ter bescherming van henzelf – de vrouw dus – en zeker ook de organisatie (beeldvorming) werden sommige vrouwelijke woordvoorlichters dan (tijdelijk) uit de piket gehaald. Waarmee ik niet zeg dat bepaalde emotie niet kan en mag als je het woord voert, maar te veel, is zeker ook niet zoals het hoort. Je staat daar in vol politie-ornaat als professional. Kortom, daar waren en zijn mannen bewezen beter in. Zakelijker, feitelijker en dus geschikter.
Aandacht, aandacht en nog eens aandacht. Deze PR-dames zijn er ongetwijfeld gek op. Het zou Marieke Verhaar-Fennis & Dorien Cox van pr-bureau Ovide Agency alleen wel sieren om bij het schrijven van een blog aandacht aan de feiten te besteden.