26 oktober 2022
Hoe los je het tekort aan vrijwilligers op?
Een paar dagen geleden kopte De Volkskrant dat er steeds minder vrijwilligers in Nederland zijn. Vooral op scholen. Die dalende lijn kan moeiteloos doorgetrokken worden naar de sportverenigingen. Want daar is het veelal kommer, kwel, sores en slameur (dat laatste mooie woord kende ik helemaal niet, maar staat synoniem voor last en zorg).
Komt -ie. Activiteiten die niet door kunnen gaan, de lasten die immer weer op dezelfde schouders rusten (over woorden gesproken, rusten is in deze context eigenlijk een heel gek woord) en zo kan u, jij en ik het riedeltje wel verder opdreunen.
Fluiten en vlaggen
Omdat heel veel, zo niet bijna alles bij jezelf begint, kijk ik kritisch naar mezelf. Ik ben vrijwilliger omdat ik dat – heel verrassend – leuk vind. Dat betekent dus dat ik dingen doe bij de voetbalclub en tennisvereniging van mijn beide zoons. Fluiten, vlaggen, het competitieprogramma maken, printen en uitdelen, iedere uitwedstrijd rijden, aanwezig zijn en laatst had ik het complete tennisteam van de jongste in de auto naar Ruinen en weer – via de Mc Donalds – terug naar Zwolle.
Maar genoeg over mij, behalve dat ik het doe, omdat anders mijn zoons hun sport niet kunnen uitoefenen. En dat wil ik simpelweg niet op mijn geweten hebben.
Meeste poen
Of iedereen er zo over denkt, dat moet iedereen zelf weten. Soms is het wellicht niet mogelijk om bij te dragen aan welke vorm van vrijwilligerswerk dan ook. Los gezien van ziekte of ander leed, kan ik eigenlijk niets bedenken, maar oké vooruit. Die mensen straffen met een hogere contributie, of het laten afkopen van vrijwilligerswerk. Dat zijn niet de oplossingen. De mensen met de meeste poen, komen er onderuit en straffen in relatie met het woord vrijwillig valt ook niet lekker (die context vind ik dan wel weer heel logisch).
Draai het om. Beloon de goedwillenden, de schoudersonderzetters, de nekuitstekers en de mouwopstropers. Geef hen in deze dure tijden juist korting op de contributie, maar ook op verenigingsactiviteiten, producten van sponsors, kleding uit de eigen webshop of bedenk het maar. Doe je vrijwilligerswerk, dan word je beloond. Dat is het nieuwe credo. Weg met die jeukkreet: ‘We betalen onze vrijwilligers niet, want ze zijn onbetaalbaar.’
Tip: communiceer er duidelijk over, laat je ledenvergadering erover stemmen. Wie weet komen dan niet alleen die goedwillende vrijwilligers, maar ook eens de dwarsliggers naar de vergadering.
Hamer en beitel
En het tweede en dat sijpelde ook tussen de regels door in het Volkskrantartikel. Gaat het tekort leiden tot verdere professionalisering van de sportvereniging? Door betaalde krachten, door verenigingsmanagers of hoe je ze ook maar noemt. Het antwoord is een volmondig ja. Die introductie en dus ook het idee, zijn bepaald niet nieuw, maar nu is wel hét moment om zo’n manager voor meerdere sportclubs aan te stellen.
We hebben namelijk allemaal te kampen met dezelfde dagelijkse clubissues. Inkoop, het onderhoud van de accommodatie en de juiste communicatie. Dat de betaalde kracht handig is met een hamer en beitel is o zo fijn, maar volgens mij zitten sportclubs nog meer verlegen om iemand die goed is in organiseren, initiëren en communiceren.
Kortom, beloon de goederiken, professionaliseer de sport verder en denk ook eens aan een communicatiemanager of organisatiedeskundige. Komt het dan allemaal goed? Geen idee, maar wat ik wel weet, is dat niemand minder wordt van vrijwilligerswerk. Onlangs heb ik mij aangemeld als vrijwillige tekstschrijver voor Football Memories. Meer zeg ik er niet over.