16 november 2022
Voetbal, de belangrijkste bijzaak van de dood
Vorige week had ik een mini-interview met de spits van CSV’28. Voor de rubriek de Salverda Topscorers Trofee in De Swollenaer. Voor die krant vul ik de sportpagina’s iedere week zo trouw mogelijk. In diezelfde week werd diezelfde club geconfronteerd met onmiskenbaar leed, dat alle gescoorde doelpunten, een balletje binnenkant paal en wel of geen prijs, meteen degradeerde tot iets totaal onbeduidends.
Een moeder van drie hele jonge voetballende kinderen van CSV’28 was het weekend daarvoor omgebracht op haar werk. In Balkburg voltrok zich zaterdag een vreselijk drama, waarbij Ellen omkwam. Zo begon het berichtje op de eigen website van CSV’28 (dat inmiddels verwijderd is). Het was tekenend en treffend tegelijkertijd. Drie kinderen, van wie twee voetballende meisjes in de JO12-5 en een jochie tegen een bal trappend in de JO10-5. Ineens zonder moeder, zonder voetbalmoeder.
Hamer
En dan? Wat moet je dan als club? Je zult maar voorzitter zijn, dacht ik meteen. Want dit hadden ze er niet bij gezegd toen je die handschoen oppakte of beter gezegd die hamer in je hand gedrukt kreeg. Voorzitter van een voetbalclub, dat is allang geen erebaan meer.
Noem het beroepsdeformatie, maar ook betrokkenheid, maar ik kan het dan toch niet laten om te kijken hoe zo’n club hiermee omgaat. Intern en extern, al is dat laatste voor mij gemakkelijker, want ik ben een buitenstaander.
Hoe je het ook bekijkt of benadert, dit is reinste crisiscommunicatie. Ik ga het hier niet uitgebreid doen – het web staat er vol mee – maar de riedeltjes van wat je dan moet doen (niet liegen, niks bevestigen als je het niet zeker weet, heel veel empathie tonen en procescommunicatie kan altijd) en juist niet moet doen (te snel communiceren, helemaal niks zeggen of toezeggingen doen die je niet waar kunt maken) kan ik dus heel gemakkelijk hier in deze MEERMAALS uit mijn vingers laten komen.
Schouder
Maar dat is heel wat anders dan het ook doen. In woorden, in gebaren, in een arm om de schouder, in de rug rechten en er staan wanneer het van jou als voorzitter verwacht wordt.
Ik las het artikel in de Stentor met grote interesse en lijd op afstand mee. Een verhaal over hoe je daar als clubvoorzitter mee omgaat. Je leest niet ineens tussen de regels door, maar van a tot z overduidelijk de verslagenheid, het medeleven, het omdenken en ook het handelingsperspectief. De contacten met de familie, de afstand en ook hoe gruwelijk ook, dat de vereniging doormoet. Er moet gehandeld worden. Zo moet je daar als vereniging, als bestuur, als individu mee omgaan.
Communicatieman
Laat ik die voorzitter nou heel goed kennen. Toen ik bij GGD IJsselland werkte als communicatieadviseur, was hij dat bij de Veiligheidsregio IJsselland. Een communicatieman pur sang. Iemand die volgens mij veel meer verstand en ervaring heeft van crisiscommunicatie, de menselijke maat en weten wat je in deze akelige tijden moet doen dan van looplijnen, kantelen balkant en verdedigen kop-cirkel.
Goed gedaan Chris Smit en CSV’28. Voetbal als de belangrijkste bijzaak van het leven én zeker ook van de dood.