Messen

Blog 147 - 17 september 2019

Voetbalouders, u moest eens weten

Eigenlijk had ik deze blog helemaal niet willen tikken. Omdat het geen issue was, het niet actueel was en al helemaal niet speelde. Tenminste bij mij niet. Dat ik het eigenlijk ook wel snapte en er zelfs wel wat begrip voor kon opbrengen. Tot afgelopen weekend. “Wie denk je nou dat je tegenover je hebt.” Was getekend een voetbalouder.

Ik ben een trainer van een jeugdteam. Dat doe ik niet omdat ik per se een carrière nastreef als trainer of dat ik blij ben met die extra inkomsten. Want die zijn er niet. Ik krijg er geen cent voor. Ik doe het omdat er verder niemand is. Omdat de club waar mijn zoontjes voor spelen en ik trainer van ben, amper wat doet om trainers te vragen en te benaderen. Vorig jaar kwam er een brandbrief van de coördinator. Richting de ouders. Als er binnen afzienbare tijd niet een trainer en leider zou komen, dan werd het team niet ingeschreven voor de competitie en werd er een ouderavond belegd. Ik zag het al voor mij, dat er niemand zou opstaan en het ging ook nog om een team waarin mijn jongste speelde. Dus ik meldde mij aan.

Het jaar verliep zoals het liep. Met af en toe een uit de bocht glijdende ouder, maar dat loste zich van zelf op. Ik werd halverwege het seizoen trainer/leider en deed de trainingen, de coaching, maakte een jaarprogramma, regelde oefenwedstrijden en toernooien. Ik had ook een aantal taken bij ouders belegd. Het ranja schenken, een lief en leed pot, het klaarzetten van de goals en pionnen op de velden en een wasschema. Vervoer is bij de jeugd meestal geen probleem, het samen vertrekken naar uitwedstrijden in eerste instantie nog wel, maar dat ging steeds beter.

Dit jaar trainde ik een ander team. In theorie zou het kunnen dat mijn oudste daarin kwam te spelen, maar ook nu weer; als een ander zich aan zou melden, maakte ik maar al te graag plaats voor hem of haar (!). Twee keer per week train ik ze. Het zijn niet de allerbeste voetballers en dat maakt ook allemaal niet uit. Iedere keer probeer ik de training zo te geven dat het onderhoudend en ontspannend is, maar dat er wel wat geleerd gaat worden. Bij het maken van de training, kijk ik veel op internet, teken eens wat poppetjes, rondjes en lijntjes en bedenk gewoon een oefening zelf.
Gelukkig heb ik goed contact met de materiaalman van de club. Het heeft even geduurd, maar ik heb ballen, hesjes en dopjes om de trainingen te geven. En zelfs een veld, al ben ik voor één van de twee trainingsdagen uitgeweken naar een pupillentijdstip, maar dat geeft mij en mijn team letterlijk ruimte.

Wat nieuw was dit jaar, was dat de beide teams in de JO13, want daar heb ik het over, niet op voorhand vaststonden. Dat werd ook steeds gecommuniceerd in chocoladeletters: het waren voorlopige selecties en spelers selecteerden zichzelf. Wel zo eerlijk en uitdagend.
Eind augustus stond de eerste training geprogrammeerd. Het was warm, maar daar had ik de training op aangepast. De discussie in de groepsapp ontbrandde. Het was onverantwoord en de toon verhit. Zelfs de smogmeetingen van het RIVM kwamen langs en één ouder schreef: “Dus wie durft er dan nu een weloverwogen beslissing te nemen in het belang van de gezondheid van mijn /onze kinderen?”

Na de eerste trainingen volgden wat wedstrijden. Sommige spelers werden in beide elftallen uitgeprobeerd. Vanaf het eerste moment werd gezegd dat na de derde bekerwedstrijd, die puur als oefenduels werden gezien, de definitieve indeling bekend werd gemaakt. Herhaling is ook in deze de kracht van de boodschap. Zeker op en rond het voetbalveld. In iedere app, mededeling of overdracht kwam het wel voorbij. Er stond nog niets vast.

Dat ouders niet lazen, of zaken niet begrepen of simpelweg niet wilden snappen, werd in de aanloop naar de wedstrijden meer en duidelijk. Over het willen vlaggen (geen ouder wil dat, op het moment dat er gesproken werd over dat er toch een vlagger moest komen, reageerden er wel mensen, maar niet om te vlaggen), over het verzamelen voor een uitwedstrijd buiten Zwolle bij de club (“Is dat weer wat nieuws. Vorig jaar ook niet gedaan.”) en over het selectiebeleid (“Ik heb getuigen dat de trainer gezegd had dat hij wissel stond, omdat hij te laat was.”) Tot aan het min of meer vormen van een front tegen de trainer(s) (“Hier moeten we zeker wat mee richting het bestuur. Maar hebben we het niet al laten gebeuren?”)

Het leek wel hoe meer de competitie naderde, hoe harder de reacties werden en hoe meer onvrede, frustratie en boosheid er was. “Wat is dit joh”, zei ik wel eens verbouwereerd tegen de andere trainer. De ene ouder zat hoog in de gordijnen, de ander meteen op de kast en een derde sleep de messen. Bij spelers merkte ik daar niet zoveel van, bij ouders des te meer. Met als dieptepunt toch wel opmerkingen als ‘Ik betaal toch geen contributie om voorgelogen te worden.’ En ‘Wie denk je nou dat je tegenover je hebt.” In de groepsapp.

Ik hield wijselijk mijn mond. Tot nu. Wie jij bent weet ik wel, maar het interesseert mij eigenlijk niet. Ik beantwoord de vraag bij voorkeur met een tegenvraag. Wie denk jij als ouder wie je tegenover je hebt? Het antwoord is heel simpel. Een trainer die aan het eind van dit seizoen definitief stopt.


Laat een bericht achter - aantal berichten: 1

Helmich Lubberts
Goed verhaal en de keiharde realiteit.
17-09-19 | 20:36




Laat een bericht achter

naam
e-mail
website
bericht
Schrijf zes in cijfers: