Het duurt nog even, maar de MS Collecteweek gaat van start. Ongeveer 15.000 vrijwilligers gaan in de week van 19 tot en met 24 november namens het Nationaal MS Fonds de deuren langs om geld op te halen voor onderzoek naar de chronische ziekte MS. Ik ben één van de 15.000 vrijwilligers, alleen ik ga niet langs die deuren, maar zet mij op een andere manier in.
Sinds een jaar of zes ben ik collecte-coördinator van de MS Collecteweek in Zwolle. Eerst deed ik zo’n beetje heel Zwolle Zuid, nu coördineer ik de wijken Aa-landen, Holtenbroek, Diezerpoort, Centrum, Wipstrik, Kamperpoort en Assendorp. Ik doe het uiteraard niet alleen, maar met nog twee coördinatoren te weten Marieke Veld en Marleen Postma.
Het echte werk is voorbereidingswerk en gaat voor mij komende week van start. Met mailen naar collectanten om te vragen of ze dit jaar ook weer willen collecteren. Maar er is meer te doen. Afstemmen wie waar loopt, communiceren over het ophalen van de collectematerialen, old skool met de rammelende collectebus op pad (Ik kreeg ooit de opmerking van een collectant dat iemand aan de deur had gezegd dat de Nationaal MS Fonds collectebus toch zo leek op een Sint Maarten lampion) of toch op pad met de digitale variant. Het samen ophangen van spandoeken op strategische plekken en alvast de collectanten informeren over de inleverdata, het samen tellen en het afstorten bij de bank.
Elke week verdeel ik die info over een dinsdagupdatemail. Herhaling is niet alleen de kracht van de boodschap maar ook heel belangrijk. Dat geldt ook voor de herkenbaarheid en het juiste momentum. Iedere dinsdag een mail. Weten wanneer je wat kan verwachten. Op een gegeven moment weet je niet beter.
Een aparte taak is het spandoeken ophangen. Op strategische plekken. Locaties waar de aankondigingstekst van de collecte opvalt. Vorig jaar had ik er eentje opgehangen tegenover het Holtenbroeker winkelcentrum en in het overdekte winkelwagenhok bij het Aalanden winkelcentrum. Een derde spandoek hing bij Be Quick’28. Daar staat ieder jaar ook een collectebus op de bar. Eenmaal was er in de collecteweek een 35+ toernooi. De deelnemers dronken na afloop een biertje, aten een balletje en keken niet om naar de oranje bus op de bar. Heel af en toe verdween wat wisselgeld in de gleuf. Het mocht amper een naam hebben.
Meer actie was er toen de roep klonk om meer kantinevoedsel. Barman Hans wilde met alle plezier de frituur volgooien, mits er wat in de collectebus gedaan werd. Deze ging rond en behoorlijk goed gevuld, kreeg ik een week erna de bus terug. Bedankt Be Quick'28!
Vorig jaar wilde ik met een spandoek ook creatief zijn, of beter gezegd opvallen. De drukste plek in Holtenbroek, waar ik zelf woon, is de rotonde en de onderdoorgang in de buurt van het Deltion College. Hoeveel auto’s, bussen en fietsers, daar dagelijks wel niet langs of onderdoor rijden…Ik heb geen idee, maar het zijn er heel veel. Op het Deltion ken ik wel wat mensen en ik had het idee om leerlingen Sport en Bewegen een opdracht te geven om al klimmend, het spandoek daar op te hangen. Een soort van challenge, of welk team dat het snelste kon. Dat kon dus niet en het spandoek kwam er niet te hangen. Misschien dit jaar?
Naast het bedenken van onuitvoerbare ideeën over spandoeklocaties, verzorg ik ook de publiciteit. Dat wil zeggen aankondigingen en oproepen om meer collectanten te krijgen en de collecteweek bekend te maken tot aan de opbrengst. Die is in Zwolle elk jaar hoger. Hoe mooi is dat? Vorig jaar ruim boven de 13.000 euro. Dat is naar verhouding meer dan prima en Zwolle scoort daarmee maar mooi een landelijke top drie ranking.
Dat was aanleiding voor De Peperbus om ons als coördinatoren te interviewen. Anton Cramer tekende het verhaal in 2017 op in zijn rubriek De Peperkorrels. Uiteraard kwam de aanleiding waarom wij ons zo inzetten voor het Nationaal MS Fonds, ter sprake. Ik maakte de ziekte dagelijks van dichtbij mee. Mijn moeder had MS en overleed op 54-jarige leeftijd. Ik was 22 jaar en had mijn moeder eigenlijk nooit helemaal gezond gekend. Ze werd ziek toen ik vijf, zes jaar was.
Mijn ouders bezochten vervolgens een ontelbaar aantal artsen. Van dichtbij tot Duitsland, van gerenommeerde dokters tot wat later bleek pure kwakzalvers. Er was een periode dat ze (of soms we) naar Amsterdam gingen. Onderweg naar genezing. Mijn broer en ik gingen nog weleens mee. Om naar Ajax te gaan en naar stadion De Meer (!). Handtekeningenboekje mee. Ik keek mijn ogen uit en zie Marco van Basten nog rondjes lopen, omdat hij geblesseerd was.
Mijn moeder was ook geblesseerd. Al snel kwamen de eerste hulpmiddelen. Een kruk, een driepoot, een gewone rolstoel, een elektrische en de laatste jaren kon ze amper uit bed komen. Ik wist niet beter, raakte eraan gewend en het deed mij op een gegeven moment niet meer zoveel.
Maar het gaat niet om mij, of wat ik allemaal doe of hoe ik het verleden beleefd heb. Het gaat om nu, de mensen met MS, voor wie geen dag hetzelfde is. Voor wie nog geen medicijn is. Voor wie het toekomstbeeld onzichtbaar is. Voor mijn moeder kwam genezing te laat. Voor anderen hoop ik niet. Geld voor onderzoek naar MS is en blijft dan ook hard nodig. Over deze ongeneeslijke ziekte is namelijk nog weinig bekend, behalve dat iedereen het kan krijgen en daarom is alle aandacht voor deze ziekte enorm belangrijk.
Mediabureau MEER steunt op allerlei manieren de MS Collecteweek. U toch ook?