Blog 269 – 17 november 2020
Taal is dus gewoon ons ding
Taal is zeg maar echt mijn ding, kopte ik mijn laatste blog. Maar blijkbaar denk ik er niet alleen zo over, want het werd een van mijn meest gelezen blogs. Taal is blijkbaar ons ding. Daarom ga ik nog even door met taaldingetjes.
En omdat de feestdagen eraan zitten te komen, we Sint Maarten (of is dat zonder hoofdletters en met streepje? Lees gerust verder) net achter de rug hebben en Sinterklaas (niet sinterklaas, oh jawel, het mag allebei) in aantocht is, gaat het dus over de schrijfwijze van officiële feestdagen. Eén ding is zeker: het is typisch Nederlands, dus nagenoeg onnavolgbaar.
Wat is de regel? Officiële feestdagen krijgen een hoofdletter, afleidingen hiervan niet. Het is dus Kerstmis, Pasen en Nieuwjaar, maar kerstdag, kerstboom, paashaas, oud en nieuw en nieuwjaarsdag. Voor andere vieringsdagen (het wordt weergegeven als viering dagen) geldt dat ook. Het is: Koningsdag, Prinsjesdag, Moederdag, Valentijnsdag, Bevrijdingsdag, Internationale Vrouwendag (of we dat moeten vieren, is een geheel ander discussie) en Halloween.
Het is dus ook Sint-Maarten: met streepje is de feestdag, zonder streepje het eiland.
En dan is het alweer bijna 5 december. Het is sinterklaas vieren (de periode) en dus sinterklaasperiode en sinterklaastijd. De eigennamen Sinterklaas (synoniem voor Sint-Nicolaas), Sint-Nicolaas, Sint, Zwarte Piet en Piet krijgen hoofdletters. Synoniemen en afleidingen schrijven we met een kleine letter: goedheiligman, sinterklaasfeest, zwartepietenpak, sinterklaasactie, sinterklaasavond, sinterklaascadeau, sinterklaasdag, sinterklaasgedicht, sinterklaasgeschenk, sinterklaasinkopen, sinterklaasintocht, sinterklaaslied, sinterklaaspapier, sinterklaassurprise, sinterklaasverkoop, sinterklaasvers, sinterklaasviering en zwartepietendiscussie (is daar eigenlijk weleens wat over gezegd en geschreven?)
Het is dus ook sinterklaas, als die persoon voor Sint-Nicolaas speelt. We schrijven Zwarte Piet als eigennaam en dé helper van Sint-Nicolaas. Maar zwarte piet(en) = persoon/personen die voor Zwarte Piet speelt/spelen. En in de combinatie is het: Sint en Piet, de sint, de pieten en ook sinterklazen en hulpsinterklazen. Verder is het de zwartepiet krijgen en iemand de zwartepiet toespelen. En als er sprake is van roetvegerig, pikzwart of anders gekleurd? Denk niet wit, denk niet zwart, denk niet zwart-wit, want volgens het Groene Boekje (ja, ja met twee hoofdletters), is er ook zwartepiet. Dat is een verwijzing naar het kaartspel.
Nog even een taaltipezelsbruggetjedingetje (je bent er met scrabble (kleine letter) in een keer mee uit): namen schrijf je altijd (er zijn uitzonderingen) met een hoofdletter. Maar wat is nu precies een naam? Als je hierover twijfelt, stel jezelf twee vragen:
Is het de naam waarmee een persoon, instelling of bedrijf zichzelf benoemt?
Is het de naam van een unieke persoon, instelling, periode of plaats? Met andere woorden: is er maar één van?
Als je op een van deze vragen ‘ja’ kunt antwoorden, schrijf je het woord met een hoofdletter.
Genoeg over de Sint, even een kleine hint. Als je aan het dichten slaat, dan weet ik niet hoe jou dat vergaat. Spel op de juiste manier, dat geeft uiteindelijk het meeste plezier. Dan is er niks aan de hand en hoef je niet mee terug van Zwalk naar het Spaanse land.
Hoe zit het eigenlijk met de andere feestdagen? Vooropgesteld, ik ben blij dat het nu officieel is. Ik mag het bekend maken, echt iedereen mag het weten. We schrijven carnaval met een kleine letter! (Ik had heel even de neiging om hier nog veel meer uitroeptekens achter te zetten, zie ook mijn vorige blog).
Maar omdat we eerst kerst, Kerstmis en de kerstdagen door moeten zien te komen, ga ik het hebben over kerst, Kerstmis en de kerstdagen. Kerstmis is met een hoofdletter, want het is de eigennaam voor het kerstfeest. We schrijven kerst met een kleine letter, want het is de afkorting van Kerstmis. En kerstdagen past feilloos in het rijtje: kerstbal, kerstboodschap, kerstboom (waar haal jij ‘m dit jaar of staat die al?), kerstcadeau, kerst-cd (afkorting vandaar het streepje), kerstconcert, kerstdienst, kerstdiner, kerstgedachte, kerstkrans, kerstmenu, kerstnummer, kerstpakket, kerstreces.
Het is ook eerste en tweede kerstdag, net als kerstkind. Nou, behalve als het om het kind Jezus gaat. Dan is het Kerstkind. Eigenlijk allemaal heel logisch toch. Het kindeke kan de was doen.
En voordat je het weet, zitten we met zijn allen weer gezellig het oude jaar (Oudejaar, Oude Jaar, nee oudejaar is het), het oudejaar dus uit. Met vuurwerk en zo. De mannen om 0.00 uur naar buiten en de vrouwen druk keuvelend binnen over of er nog wat gebeurd is dit jaar.
Om nu alvast over na te denken. Het is oud en nieuw, oud-en-nieuwfeest, oud-en-nieuwviering, oudejaar, oudejaarsavond, oudejaarsborrel, oudejaarsconference, oudejaarsdag, oudejaarsnacht, oudejaarsvereniging.
Dat brengt ons in de nieuwjaarsnacht (dat is dus de nacht van 31 december op 1 januari, er zijn lolbroeken die beweren dat het van 1 op 2 januari is) en dus in het Nieuwjaar op nieuwjaarsdag. En het is ook nieuwjaarsbijeenkomst (afgelast), nieuwjaarsboodschap, nieuwjaarsbrief, nieuwjaarsconcert (afgelast), nieuwjaarsfeest (afgelast), nieuwjaarsgeschenk, nieuwjaarskaart, nieuwjaarsmorgen (die is er wel), nieuwjaarsreceptie (ook afgelast), nieuwjaarsrede (vanuit Griekenland?) en nieuwjaarswens.
Tenslotte, nog een aantal willekeurige feestdagen of festiviteiten. We schrijven Driekoningen (6 januari) en driekoningenfeest. Het is Valentijnsdag (14 februari) en valentijnskaart (logisch). Net als carnaval, Aswoensdag, biddag, dankdag, Secretaressedag (derde donderdag in april), Koningsdag (27 april), dodenherdenking (4 mei), Bevrijdingsdag (5 mei), maar ook Prinsjesdag (derde dinsdag in september), miljoenennota, troonrede, Werelddierendag (4 oktober) Halloween (31 oktober) en het is halloweenfeest. En daarmee is via Allerheiligen (1 november) en Allerzielen (2 november) de cirkel weer rond bij Sint Maarten, Sintmaarten, nee Sint-Maarten op 11 november.
Tja en hoe sluit ik dit taalbetoog nu af. Met een feitje? Zo wordt de zaterdag voor Pinksteren, luilak genoemd, bedoeld om langslapers en telaatkomers te bespotten. Of dat er wel degelijk ook een Internationale Mannendag is en wel donderdag 19 november. Alvast gefeliciteerd!
Laat ik maar eindigen met een mooie zin van taalvirtuoos Herman Finkers uit zijn nummer Kerstmis. “Want de kerstklok luidt ook voor zo’n ei als jij.”