Rectificatie

Ik ben een krantenlezer. Een echte. Online voor de headlines, offline voor het langere leesmoment. De Stentor en Volkskrant iedere dag, NRC op de zaterdag en ik neem maar al te graag een gratis ander krantje aan van een te enthousiaste verkoper bij de entree van een winkelcentrum. Het heeft iets om op de keukentafel meerdere kranten uitgestald te zien liggen en er eens letterlijk goed voor te gaan zitten. Dat moment maak ik mij nog iedere keer eigen.

De meest populaire krantenrubriek blijft de pagina met de overlijdensadvertenties. Hoe meer advertenties, hoe populairder, bekender en geliefder. En allemaal laten we ons gedachten weleens gaan hoeveel advertenties er over ons overlijden in de krant zouden komen. Eeuwig zonde dat we daar niet bij kunnen zijn.
Zelf speur ik in de krant altijd naar de rectificaties. De Volkskrant heeft ze heel slim (en simpel eigenlijk) 'aanvullingen en verbeteringen' genoemd. Dat klinkt wat minder gewichtig dan rectificatie, dus er valt wat voor te zeggen. Alleen, ze staan er iedere dag in. Ie-de-re dag. Het liefst een beetje weggestopt in een hoekje of tussen advertentie en advertorial gepropt.

Schuld

Soms zijn het weggevallen passages van een artikel of eindredactionele uitglijders, vergeten medeauteurs of fotografen, maar veelal domweg foutieve feiten. Soms pijnlijk, dan weer hilarisch, maar nooit foutloos. Topografische blunders, citaten die aan de verkeerde persoon zijn toegeschreven tot aan een niet op te lossen kruiswoordraadsel toe. Dat laatste is een voorbeeld dat te lezen is op de dubbele blooperoverzichtspagina van de Volkskrant van 22 november 2004. Een kleurrijke bloemlezing waarin Stef Blok, Stef Bos wordt genoemd, dat het Aviodrome in Lelystad 200 bezoekers trekt per jaar (bedoeld wordt 200.000) en kinderen van een familie die leerplichtig zijn en dus niet medeplichtig. Lollig en lachen dus. En zo moet het ook zijn. Schuld bekennen, leren van fouten en openheid van zaken geven. Dat is zeg maar een beproefde communicatiestrategie.

Helaas zie ik het ook weleens anders. Neem een artikel over de eigen organisatie. Een interview in dit geval. Ik heb het regelmatig meegemaakt. Veel voorwerk verricht, goed voorbereid en laat maar komen die journalist. Het verhaal wordt daarna opgetekend en er is geregeld dat het vraaggesprek daarna mag worden ingezien. Een recht dat eigenlijk heel krom is, maar inmiddels een gewoonte is. En wat hoor je dan vaak? Tja, feitelijk klopt het weliswaar wel, maar de lezer zou er ook iets anders in kunnen lezen. Dus het moet anders opgeschreven en aangepast worden. De voorbeeldzinnen liggen al klaar. Zo moet het worden. Wie is hier eigenlijk de kenner? De journalist mag blij zijn dat hem werk uit handen genomen wordt. En ach, dat het artikel nu ineens veel langer wordt en het taalbruggetje met het restant van het interview niet meer opgaat...Dat ziet toch niemand?

Weegt dat allemaal op tegen de redactionele aandacht die je als organisatie gewoon gratis krijgt? Daar waar je tegenwoordig al heel blij mee moet zijn?  De interviewer past het dan ook niet aan. En terecht. Het artikel verschijnt. Er is wat gezamenlijk gemor en wat lichte druk of er toch maar een rectificatie kan komen. Want dit zou weleens verkeerd kunnen vallen of nog erger: een eigen leven kunnen gaan leiden.

Bewust

Nee dus. Niet doen. Een rectificatie van iets dat niet fout is. Dat gaat niet werken, de relatie met de journalist wordt er in ieder geval niet beter op en je laat je als organisatie ook een beetje kennen. Vandaag maak je er nog druk om. Morgen is eenieder het bijna weer vergeten en overmorgen iedereen inclusief jezelf. Met Mediabureau MEER wil ik klanten daar ook van bewust maken. Koester media-aandacht, zorg dat je het spel goed speelt met de journalist en ga niet teveel de media-expert uithangen. Laat dat over aan de mensen die ervoor doorgeleerd hebben. Goed rectificeren kun je leren.


Laat een bericht achter - aantal berichten: 0

Bent u de eerste die reageert?



Laat een bericht achter

naam
e-mail
website
bericht
Schrijf veertien in cijfers: