Blog 195 - 6 maart 2020
Ruim baan voor onderwerp rijangst
Het mooie aan mijn vak is de verscheidenheid aan klussen. Zo sta je op een zondag te kijken naar het dappere geploeter van twee amateurcluppies op vijfde klasse niveau, dan weer maak je een groot landelijk artikel over ondermijning in de sport en heb je contact met de woordvoerder van de minister. En ik doe met veel enthousiasme mee aan Landmark Opgezwolle, terwijl ik nog steeds met veel genoegen terugdenk aan mijn mooiste opdracht van bijna twee jaar geleden.
Een persoonlijke brief schrijven voor een directeur van een klein bedrijf in de aandrijftechniek die afscheid nam. Hij wilde geen receptie staand achter een tafel, mensen in een lange rij en de één na de andere loftrompetrede. De scheidende voorman wilde iedereen in het bedrijf een brief schrijven. Gemaakt door mij, net geen A4’tje, zodat hij er nog iets heel persoonlijks aan kon toevoegen. Na een zeer onderhoudend gesprek van een uur, het maken van zowel een brief voor personeel als voor wereldwijde relaties, belde hij mij persoonlijk op om mij hartelijk te bedanken.
Onlangs had ik contact met een oud-collega van de politie. Ik werkte beginjaren 2000 in Flevoland. Eerst als bedrijfsjournalist, later als communicatiemedewerker, -adviseur en piketvoorlichter. Zo leerde ik Rob ook kennen, een man van motors en verkeer. Hij is niet meer fulltime actief bij Politie Flevoland, wat overigens Politie Midden-Nederland is geworden met alle organisatie-ellende van dien, maar houdt zich tegenwoordig bezig met rijangstlabel, een onderdeel van De Nederlandse Beroepsvereniging voor Rijangstcoaches. ‘Opeens heb je het. Je wordt rijangstcoach!’ Of dat je naar je decaan stapt op de middelbare school en zegt van ‘welke opleiding is het beste voor mijn ultieme baan van rijangstcoach?’
Rob belde mij op. Hij kwam mij tegen op LinkedIn, las weleens een blog van mij en had de openingszin van mijn website bekeken: ‘Jij wilt toch ook goede publiciteit?’ En dat wilde hij wel, want rijangstlabel moest bekender worden, en oh ja er waren nauwelijks financiële middelen, dus freepublicity was meer dan welkom.
Ik ging mij eens wat verdiepen in hoe het gesteld is met de rijangst in Nederland. ‘Veel aandacht voor rijangst gerelateerde problematiek betrof met name rijangst tgv ongevallen. De laatste jaren wordt er echter in een breder kader naar rijangst gekeken’, kopt de website. Oke. Oke.
‘In Nederland hebben bijna 7 miljoen mensen een rijbewijs. Overmatige angst voor autorijden komt voor bij zo'n 1 miljoen mensen in Nederland. Dit cijfer is slechts een benadering. Een half miljoen rijangstigen (mooi woord!) vermijdt het autorijden volledig of in belangrijke mate. Een even groot aantal rijdt nog wel, maar doet dat met angst en beven. Hiervoor geldt dat ze tijdens het autorijden bovenmatig angstig zijn waardoor rijden als zeer stressvol wordt ervaren. Vaak worden moeilijke trajecten niet meer gereden.’
Tot zover de website rijangstlabel.nl (tekstueel valt er nog wel wat te verbeteren aan de site), waar nog veel meer informatie over te vinden is. Journalist Margot C. Pol schreef eind vorig jaar in de Volkskrant een artikel over rijangst. Als ervaringsdeskundige en als overwinnaar. Want het lukte haar om van haar fobie af te komen. Rijangst komt meer voor bij vrouwen dan bij mannen, omdat angststoornissen meer voor komen bij vrouwen dan bij mannen. Pol vroeg zich het waarom af. “Zou het kunnen dat mannen hun angst om te rijden minder snel toegeven, waardoor ze misschien wel móéten rijden en juist daardoor hun angst overwinnen? Of houden de meeste mannen gewoon van kleins af aan van auto’s?” Er is nooit onderzoek naar gedaan.
Ik moet toegeven, ik ben wel getriggerd door het fenomeen rijangst. Ik herken het in ieder geval niet. Ook niet als rijangst in eerste instantie gelinkt wordt aan ongelukken. Ooit reed ik van Wierden naar Zwolle en kwam ter hoogte van Nijverdal in een enorme regenbui. De weg werd ook wel de dodenweg genoemd. Eén recht stuk met aan weerszijden alleen maar bomen. Het zicht was slecht en voor mij trapte een vrachtwagen vol op de rem. Ik remde ook, spinde door al dat water en kwam op de verkeerde weghelft terecht. Van de andere kant kwam een immens grote vrachtauto aan. Er restte mij maar één ding: vol gas en op goed geluk naar de overzijde. Dat lukte, want ik kwam tussen twee bomen tot stilstand.
Nadat ik even was geland zeg maar, reed ik door naar Zwolle, want ik kon onmogelijk daar blijven staan. In mijn beleving schijnt dat de beste remedie te zijn. Meteen doorgaan. Bij de politie wordt dat ook gedaan na schietincidenten. Als je als politieagent je dienstwapen hebt gebruikt, dan treedt er een hele malle molen aan instructies in werking. De Rijksrecherche, met je chef praten en onder begeleiding de dag erna meteen de schietbaan op. Om je emotie te verwerken. Om je angst te overwinnen.
Over angst gesproken. Dat doet rijangstlabel in veelvoud. Letterlijk. Wat te denken van tunnelvrees, berm-angst, bang voor agressie in het verkeer, angst om in het donker te rijden, angst voor gladheid, angst voor files (in verband met darm- of hartklachten), claustrofobie, hoogtevrees, angst om te verdwalen, angst voor overgeven en wagenziekte, bijrijdersangst, hyperventilatie aanvallen of angst voor flauwvallen. Maar ook buitensporige angstgedachten om een aanrijding te veroorzaken, de angst om in de vangrail of water te sturen en de angst om op een tegenligger te botsen.
De rijangstcoach van rijangstlabel moet je daar vanaf helpen. Door ervaringen te delen, door therapie en soms zelfs door medicatie. Die coaches zitten bijna in het hele land, maar zijn nog vrijwel onbekend. Er is een opleiding voor nodig, er is een beroepscode en een rijangstcoach onderscheidt zich van een rijinstructeur. Rijangstcoach ben je niet zomaar.
Kortom, welkom in de wereld van de rijangst. Voorlopig heeft de beroepsvereniging even op de rem getrapt als het gaat om het onderhoud van de website, betaalde content en andere PR werkzaamheden. Ze zetten eerst in op free publicity. Hopelijk draagt deze blog daar een beetje aan bij.