Blog 185 – 28 januari 2020
Het onderwijs heeft een heel ander probleem
Ik heb deze week een verkorte werkweek. Dankzij het onderwijs, want er wordt donderdag en vrijdag gestaakt op de basisschool. Ik had zo gehoopt dat ook het voortgezet onderwijs eensgezind de barricaden op zou gaan, maar helaas. Zoonlief Olav mag die twee dagen gewoon naar school om te leren, op te letten en te luisteren. Benieuwd of hij weer een cijfer krijgt voor speerwerpen, drama (modern sprookje) en beeldende vakken onderdeel 'de grillige lijnen.'
Zijn kleine broertje Tomas rekent zich rijk. Woensdagmiddag om half één vrij en dan pas op maandagochtend weer naar school. Hij zit in zijn laatste jaar en gaat in augustus (de 17e een dag voor zijn verjaardag) voor het eerst naar of de school van zijn grote broer of hij kiest toch wat anders. Hij is er nog niet uit en dat is prima. Laat hem nog maar lekker nadenken, open lesmiddagen en -avonden bezoeken en informatie inwinnen.
Donderdag en vrijdag is hij dus vrij. Uitslapen, gamen en eten wordt het wat hem betreft. Wat mij betreft niet. Ik moet hem die twee dagen ook vermaken, al hoef ik dat niet perse zelf te doen. Sommige bedrijven springen daar handig op in. Ik kwam op Facebook een activiteit tegen van Manege Zwolle: Een heuse spelletjesdag. Uiteraard mag je op een knol zitten, maar ook het dier aaien, knuffelen en verzorgen. En wat te denken van het heuse pony pimpen? Dat kan dus gewoon allemaal, tegen een gering bedrag. Ik heb mij laten vertellen dat pony’s al die aandacht prima vinden. En oh ja, er is voldoende eten en drinken.
Ook een plaatselijke tennisvereniging heeft een programma bedacht en een blik op Google leert dat er zelfs speciale websites zijn, met allerhande activiteiten en in dit geval ook nog met een bijzondere naam: bier en appelsap. Ik ga nog maar eens bedenken wat Tomas wil. Gelukkig heeft hij tennis op donderdag en zaterdag is het helemaal bal, letterlijk. Dan staat de allereerste competitiewedstrijd geprogrammeerd.
Maar eerst wordt er gestaakt. Zelf merk ik dat mijn draagvlak hiervoor totaal weg is. Er is verdeeldheid, het is onoverzichtelijk en wordt er nu gestaakt om de poen of personeel? Wat er bereikt is, lijkt niet goed, niet genoeg en dus ook niet goed genoeg. De Meppeler Courant hield maandag een bescheiden poll op Facebook. Toen ik dit tikte, hadden zo’n 500 mensen gestemd. ‘Alle medewerkers in het basisonderwijs krijgen per 1 januari 2020 een salarisverhoging van 4,5%. Daarnaast krijgen alle medewerkers in februari een eenmalige uitkering van 33% van het maandloon en een eenmalig bedrag van 875 euro naar rato van de werktijdfactor. Toch gaan de leraren in het basisonderwijs opnieuw staken. Onze stelling: Ik snap niet meer wat het doel is van deze staking.’
Ongeveer 2/3 was het eens met de stelling. En ik ook. Wat willen de stakers nog bereiken? In een interview met een andere krant, zegt AOb (Algemene Onderwijsbond) voorzitter Eugenie Stolk dat ze hoopt op meer geld, maar dat ze ook wel weet dat dat er nu niet van komt. Politieke partijen bereiden zich voor op de verkiezingen in 2021 en gaan geen toezeggingen doen. Wat wil de bond en haar aanhang dan wel? En waarom nu?
Ik kan veel meer argumenten benoemen waarom ik helemaal geen sympathie kan opbrengen voor de zoveelste staking (als Olav vrij had gehad had ik er een uitje Hamburg van gemaakt, omdat donderdag HSV-1 FC Nürnberg is, zelfs dat gaat nu aan ons voorbij. Stomme staking).
Allereerst is het salaris van de gemiddelde leraar best redelijk doordat het behoorlijk is opgeplust. Zeker in vergelijking met andere landen. Als je steeds meer krijgt, mag je ook wel een keertje tevreden zijn toch? Of denk ik nu te simpel?
Het lerarenkorps kenmerkt zich de laatste jaren als een beroepsgroep die steen en been klaagt over te karige beloningen, te veel administratieve rompslomp en lange werkdagen, waarbij er zelfs 's avonds gewerkt moet worden. Ja en? Buig dat eens om, benoem het mooie, uitdagende en verleidelijke van het vak en weet dat niemand inmiddels meer zit te wachten op de zoveelste treurklaagzang. Kortom, werk eens aan je imago.
En in het verlengde daarvan. Richt je op de werving, zoals basisschool De Schatgraver in Zwolle dat gaat doen. Ze zijn naar eigen zeggen stakingsmoe en benutten die twee dagen om personeel binnen te halen. Dat is te prijzen, maar het is een punaise op een groot prikbord.
Waar klinkt het gezamenlijke geluid om leraren te werven? Zijn er landelijke mediacampagnes? Waar lees ik eenduidige en duidelijke informatie over hoe ik als zij-instromer en belangstellende het lerarenvak in kan gaan? Het is er waarschijnlijk wel, maar geheel versnipperd en daardoor totaal niet aanlokkelijk.
Stolk zegt het in hetzelfde interview: “Die schoolbesturen kunnen zich best profileren als een goede en aantrekkelijke werkgever. Dat kunnen zij doen door te zeggen: we streven ernaar dat je het zo goed mogelijk krijgt als je hier werkt en we steunen de doelen van investeren in goed onderwijs.”
Wat zegt ze nu eigenlijk? Ik hoop niet dat ze zelf voor de klas staat. Waar het om gaat is van een hele andere orde: iedere school zoekt personeel, de vacature-alerts komen meerdere malen per dag in mijn mailbox en de advertentiepagina's staan er vol mee. Maar ook iedere school doet maar wat, vaart een zelfbedachte koers en hanteert veelal eigen spelregels om personeel te werven.
Waar is het overkoepelende verhaal, de contouren van de aantrekkelijkheid van het vak en de service richting de belangstellende? Met mij zullen er veel geïnteresseerden zijn, die denken van 'ik wil wel, maar hoe dan precies? En waarom hoor ik maar niks als ik wel gesolliciteerd heb?
De komende twee stakingsdagen lijken mij een ideaal moment om daar als beroepsgroep eens heel goed over na te denken. De agenda’s zijn leeg toch?