Blog 307 – 2 april 2021
Van 1 aprilgrap tot rampenhumor. Moet kunnen toch?
Als ik deze blog schrijf, is het 1 april. De dag van de grap. Maar ook de dag dat de NOS in 1980 begon met Teletekst. Good old Teletekst. Er was ooit sprake dat het afgeschaft zou worden in navolging van het buitenland, maar wij Nederlanders blijven teletekst trouw. Ook op 1 april, maar dan in 1928 wordt DAF opgericht, vermoorden Bonnie en Clyde op die dag in 1934 twee agenten en moet scheidsrechter Mario van der Ende de halve finale in de Champions League tussen Real Madrid en Borussia Dortmund uitstellen. Spaanse fans hebben een doel vernield en er moet een nieuwe komen. Dat was in 1998.
Verder was Henk Krol, ex-Tweede Kamerlid van 50PLUS, nee van de Partij van de Toekomst, nee ook niet, van Lijst Krol op 1 april jarig en we mochten hem gewoon feliciteren, want hij leeft nog. Wie niet meer onder ons is, is soullegende Marvin Gaye. Hij werd op 1 april 1984 omgebracht door notabene zijn eigen vader.
Maar 1 april is vooral de dag van de grap, gein en grollen. Op twitter verwijs ik er soms naar. Gisteren zag ik dat iemand zijn pasgeboren zoon Corona-Jan had genoemd. Serieus? De Belgen hadden die dag hun uit de hand gelopen feestje. En vorig jaar deed de Jumbo het Coronabier op 1 april in de reclame. Echt, 1 aprilgrappen zijn van alle tijden.
Op 18 oktober 2019 twitterde ik: Jenny Douwes dient klacht in over Friese tolk in rechtbank. Blijkbaar is alles anders in Friesland. Gisteren was het daar 1 april! #douwes #tolk #klacht.
Ik kreeg er ook nog een reactie op van ene @twobber (dobberpapa genaamd): ‘Voor trollen als u is het 365 dagen 1 april, niet? #saai’
Volgens Quest stamt de eerste vermelding van 1 april uit 1509. We maken dus al ruim 500 jaar grappen voor en op deze dag. En ieder land voert een andere nationale gebeurtenis aan als begin van deze grappentraditie. In Nederland, waar de eerste vermelding van 1 april in 1539 was, koppelen we het aan de middeleeuwse dichter Eduard de Dene. In zijn gedicht schrijft hij over een edelman die een grap probeert uit te halen met zijn knecht. Sindsdien is 1 april een feit. (Bron: Frankwatching).
Toen ik bij de politie werkte (GGD mensen zijn niet zulke lolbroeken), deden we er ook vrolijk aan mee. Ik noem meteen de naam van Pier Eringa, de toenmalige hoofdcommissaris van Politie Flevoland en mijn baas van 2002 tot 2007. Hij en het Verkeershandhavingsteam (VHT) hadden destijds een soort van haat-liefde verhouding. Eringa was één van de weinig korpschefs die zich niet liet vervoeren in een auto met chauffeur.
Hij reed liever zelf in zijn Koreaanse terreinwagen: een gitzwarte Sagnol. Bepaald niet een gangbare auto voor een politiebobo, maar Eringa woonde in een oude boerderij achteraf, hield Friese paarden, bezat een mini-camping en om daar te komen had hij veel meer aan een stoere terreinwagen met hoge instap dan een lage, moderne en luxewagen. Het scheelt ook nog eens een mededeling dat je in de dienstauto tegen je chauffeur moet zeggen dat je corona hebt.
Op een dag was hij weer in conclaaf met de medewerkers van het VHT. Eringa had een hekel aan wat hij noemde ‘automobilistje pesten’ door hen het idee te geven dat controles alleen maar dienden om geld binnen te harken. Snelheidscontroles voor de verkeersveiligheid prima, maar niet te vaak, te verborgen en te veel vanuit het perspectief van de politie. Eringa vertelde dat hij die ochtend een automobilist aan de kant had gezet. Gewoon met zijn Sagnol. Degene achter het stuur keek met grote ogen naar Eringa. Wat had hij verkeerd gedaan? Waarom werd hij door iemand in politie-uniform in een onopvallende auto aan de kant gezet? Hij moest naar zijn werk.
“Ik heb die automobilist een groot compliment gegeven voor zijn rijstijl. Hij reed iets te hard, maar voegde prima in, liet iemand anders netjes voorgaan en gaf steeds keurig richting aan. Kortom, hij reed zoals het hoort. Die boodschap moeten wij als politie veel meer uitdragen.”
De collega’s van het Verkeershandhavingsteam keken de grote baas vol verbazing aan. Maar was het wel verbazing of had het meer weg van verborgen bewondering? Eringa dwong die dag in ieder geval respect af en zette de toon om anders te gaan denken. Dat mondde op een gegeven moment uit in een gezamenlijke 1 aprilgrap.
De bedoeling was dat op de dijk Lelystad-Enkhuizen (N302) er een snelheidscontrole zou zijn van het VHT en dat automobilisten die te langzaam zouden rijden aan de kant werden gezet. Ze zouden een bekeuring krijgen, maar in werkelijkheid een praatje dat het van belang was de verkeersregels te kennen en zich aan te passen aan het overige verkeer.
Het plan was te mooi om waar te zijn, had ongetwijfeld heel veel publiciteit opgeleverd, maar kon niet doorgaan, want de korpsbeheerder vond het maar niets. Geen grenzeloze gekkigheid, terwijl Pier er wel voor te porren was.
De dag van de grap is geweest en we gaan weer over tot de corona-orde van de dag. Want daar maak je geen grappen over. Toch? Juist wel! Rampenhumor noemen we dat.
Mark Boukes, onderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam zei eerder op RTL Nieuws. "Nu we in de tweede coronapiek zitten, neemt ook het aantal grappen weer toe. Wel in een mindere mate, omdat de meeste grappen tijdens de eerste piek al zijn gemaakt."
Dat is nu we ondergedompeld zijn in de derde coronagolf niet veel anders. Nog steeds coronagerelateerde humorverschijnselen, maar wel wat minder. Sinds de eerste lockdown dit jaar verzamelde Boukes, samen met Giselinde Kuipers maar liefst 12.000 'coronagrappen' van over de hele wereld. Om te analyseren welke soort grappen waarvandaan komen, om na te gaan in hoeverre humor er ons er doorheen sleept en hopelijk ook om te lachen.
“Deze ongekende wereldwijde crisis heeft geleid tot een ongekende productie en uitwisseling van humor. Naarmate de crisis evolueert, zien we ook de grappen veranderen.”
Afijn, lees deze Engelstallige tekst zelf maar even over het belang van coronahumor. Daar is geen woord Fries of Frans bij. Lachen toch?