Blog 257 - 6 oktober 2020
Het coronaleven van een voetbalverslaggever
Ik maakte het afgelopen weekend twee keer mee. Werken als verslaggever van een wedstrijd zonder publiek. Op de één of andere manier deed het mij steeds denken aan het nummer Ik wil niet dat je weggaat van Clouseau met de zin: “Alsof je staat te lezen voor een lege zaal.”
Afijn, vrijdag was ik bij PEC Zwolle Vrouwen tegen Alkmaar. In het stadion, dan is leeg wel heel erg leeg. Nu mag ik zelf graag een stadion bezoeken, ongeacht of er wel of geen publiek is. Maar in een kil, koud en kaal stadion spelen of werken, dat is toch wel wat anders. Zo ook vrijdag in Zwolle.
Vooraf een puzzeltocht om op de tribune te komen. Na afloop hangend over de balustrade om een speler te interviewen (daar schijnen foto’s van te zijn), om vervolgens gauw weer naar huis te gaan. Zie hier het betaald voetbal protocol. Alle coronoamaatregelenballen gaan daar dus op. Terecht, maar hoe zat het ook weer met de amateurclubs? Tja, een heel ander verhaal.
Ik ben dit weekend maar opgehouden met het bekijken van foto’s van op hekken staande voetbalvaders, mannetjes die zo eigenwijs als oud waren en die gewoon dachten het plaatselijke sportpark op te kunnen of een plukje supporters die vanaf de weg de verrichtingen van het eerste elftal aanschouwden, al waren het er bij Quick Boys best wel wat, maar ja daar zijn ze ook met heel veel en hebben ze een hele partij duinen aangrenzend aan het voetbalveld.
Op een gegeven moment wist ik het wel, alleen ik was er zelf ook onderdeel van. Sterker nog, ik moest er ook over schrijven. Ga maar na. Ik toog zondag naar Oldemarkt. Een plaats in de gemeente Steenwijkerland. Lokaal wordt Oldemarkt ook wel Oldejeuje genoemd. Dat wist ik niet, wel wie de bekendste inwoner is van het plaatsje dat ook bekend staat om zijn boter- en biggenmarkt. Mark van Rijkswijk FOX Sports verslaggever, voetbalkenner van top tot teen en in het bezit van vele voetbalboeken en voetbalquizprijzen.
Ik moest het doen met Oldemarkt tegen Oranje Zwart. En dat ook nog eens voor twee kranten: Stentor en Steenwijker Courant, waarbij de Stentor tevens bedacht had dat de ontmoeting het label wedstrijd van de week moest krijgen. Wie nu denkt van dat zou in dat geval best wel eens een hele krantenpagina op kunnen leveren, nou diegene had gelijk.
In tegenstelling tot normaal, maar ja wat is nu nog normaal, moest ik mij aanmelden. Er was geen publiek welkom, iedere sportvereniging is als de dood dat het boetevirus ook de clubkant opkomt en wikt en weegt. Sterker nog, er zijn amateurvoetbalclubs die de boel op slot doen. De media zijn niet welkom. Zoek het maar lekker uit met zijn allen.
Ik kreeg het NSP (Nederlandse Sport Pers) protocol onder ogen:
Sportverslaggeving kan ook in de regio gewoon doorgaan. Zo kopte het artikel.
[Ik reageer per passage].
De NSP stond - ook in overleg met de NVJ en diverse media - namens de beroepsgroep uiteraard op het principiële standpunt dat vrije nieuwsgaring uiteraard gewaarborgd moet zijn en blijven. Zeker nu het publiek noodgedwongen moet thuisblijven en meer dan ooit afhankelijk is van de berichtgeving door de media. Juist nu publiek in deze tijd de wedstrijd op locatie niet kan volgen is verslaggeving extra belangrijk. Lokaal, regionaal en landelijk.
(Daar zit wel wat in, want hoe en wat je ook brengt, mensen willen toch alles weten van hun cluppie. Die betrokkenheid is en blijft groot en wordt juist nu wellicht nog groter. Daarom snap ik clubs totaal niet die de pers/media weren).
Uiteindelijk zijn de club en wedstrijdorganisator de verantwoordelijken met de bevoegdheid grenzen aan het aantal te stellen. Waarbij aansprekend bereik van een medium medebepalend kan zijn. (Ik heb die laatste zin een paar keer gelezen, het komt er dus op neer dat hoe meer kijkers, leden of abonnees je hebt, je mogelijk voorrang hebt op de plaatselijke gezinsbode. Daar was zondag geen sprake van. Er was geen discussie over een aansprekend bereik. Geen. Over).
De club/organisatie faciliteert de media, zo mogelijk met zaken als een werkplek met draadloos netwerk en stroom zodat het werk goed kan worden uitgevoerd. (Alles was zondag dicht, dus ook mijn werkplek… Mijn mobieltje voor de interviews en een paar aantekeningen, had ik thuis opgeladen).
De organisatie geeft duidelijk aan waar pers/media wordt toegelaten en waar niet, indien nodig door plaatsen of zones toe te wijzen. (Met twee fotografen en twee journalisten was er in ieder geval ruimte genoeg).
Na afloop van de wedstrijd kan er geen gebruik worden gemaakt van perskamer of andere faciliteiten van de club of organisator. (Wat ik zei, alles was dicht. Er was ook niks te verkrijgen. Geen opstelling, maar ook geen koffie of überhaupt wat te drinken. Maar ik heb het overleefd…).
Media en coaches/sporters kunnen samen met de organisatie in goed onderling overleg een veilige modus vinden voor reacties na afloop. (Dat kon gewoon zondag bij de kleedkamer, terwijl de meeste spelers samen schouder aan schouder met een peukie, de wedstrijd aan het nabeschouwen waren).
De gezondheid van de sporters en de media staat daarbij voorop. Een mixed zone, in welke vorm dan ook, kan ingericht worden waarbij de 1,5 meter voor iedereen in acht wordt genomen, net als het dringende advies dan wel de verplichting in publiek toegankelijke binnenruimtes mondkapjes te gebruiken. De club(s) en/of organisatoren wordt geadviseerd dit vooraf te regelen en communiceren om verwarring na afloop te voorkomen. (Het woord mondkapje klonk zondag niet één keer, de mixed zone heb ik niet gezien en er was sprake van veel, maar niet van verwarring na afloop).
Zodra pers de reacties na afloop heeft opgehaald bij de coach/sporter geldt dat zij, net als sporters en begeleiders de sportaccommodatie verlaten. (Met twee oude mannetjes, hun hele leven al fan van FC Oldemarkt en nu in hun nadagen getransformeerd tot poortwachter, wachtsoldaat en corona-agent had ik een geamuseerd gesprekje. Net als met een bestuurslid van Oranje Zwart, want zij waren er ook. De reglementen van de KNVB stonden dat toe en ze waren er met twee man en één vrouw sterk).
Tenslotte: De huisregels van de accommodatie gelden ook voor de media. (Inderdaad, dat betekende dat ik niet in de bosjes mocht plassen, want je raadt het al. Ook de toiletten waren gesloten).
Slotconclusie: thuiswerken zullen en moeten we. Laat mij ieder weekend nog maar een voetbalwedstrijd verslaan. Of twee.