Blog 253 - 22 september 2020
Ik ben het carnaval dankbaar
Het was weer zo’n dag. Ik had mij nog zo voorgenomen om tijdig te beginnen, om zo op tijd te kunnen afsluiten. Maar het loopt alweer tegen elf uur en morgen heb ik alles - zelfs iets heel bijzonders - behalve tijd. Mijn blog moet ik nog maken. Ik meende dat ik iets had gelezen, naar mijzelf had gemaild, maar in de mail stond alleen het woord blog.
Ik baal er wel wat van, want eigenlijk wilde ik stoppen op het moment dat ik blog 250 zou publiceren, maar ik heb mij gewoon overlaten halen door een trouwe lezer. En nu? Nu hik er weer tegenaan. Bedankt!
Sinds mei 2018, elke week tweemaal bloggen. Niet één keer overgeslagen, omdat het niet uitkwam, ik geen zin had of inspiratieloos de dag doorbracht. Nope. Elke keer deed ik het weer, ook als ik op vakantie was en vooruit had gewerkt, want laten we wel wezen. Er is altijd iets te schrijven. Een actuele mediakwestie, een bepaalde post op social media, iets uit mijn communicatieverleden. Of het zijn Olav en Tomas die iets beleven.
Soms werk ik vooruit, schrijf ik onderwerpen op en archiveer suggesties. Andere keren ga ik zitten zonder idee en gaat het vanzelf. Weer een andere keer, weet ik niets, komt er niets, maar komt het toch goed. Maar nu?
Waarom schrijf ik twee blogs per week? Omdat ik schrijven meer dan leuk vind. Dat was juist de reden om met de blogs te beginnen. Ik las zoveel van dat ik dacht, daar vind ik wat van. Ik luisterde misschien wel net zoveel en dacht daar heb ik een mening over. En dat wil ik opschrijven en soms van mij kunnen afschrijven. Dan ben ik het kwijt en is het vastgelegd.
Ook wil ik mijn lezers een les aanreiken. Tips, trucs, foefjes, hints, raad, handigheidjes en suggesties. Zodat je er wat aan kan hebben. Ik wil mijn expertise en ervaringen graag breed delen. Iedere dinsdag publiceer ik mijn blog. Iedere vrijdag publiceer ik mijn blog. Twee keer op Facebook, twee keer op LinkedIn en op mijn favoriete social mediakanaal Twitter. Voor de herkenbaarheid, voor ‘daar is het blog van Mediabureau MEER weer’ en voor ‘om mezelf even onder de aandacht te brengen.’
Maar waarom toch steeds die lengte? Tegen de 1000 woorden. Dat is lang en daarvoor moet je heel wat scrollen. Natuurlijk kijk ik daar wel kritisch naar. Mijn allereerste blog MEER, was aanmerkelijk korter. Klopt. Maar ik vind dat ik de ruimte mag nemen om mijn verhaal te vertellen. Ik heb immers geen opdrachtgever die mij zegt van maximaal zoveel woorden of tekens.
En steeds weer dezelfde lengte voelt ook vertrouwd. Als je blog over een bepaald onderwerp de ene keer de helft korter is dan de keer erop, dan maakt mij dat duidelijk dat kennis van en vaardigheid om erover te schrijven, nogal verschillen. En dat wil ik niet. Ik wil graag gezien worden als een allrounder en een bijna allesweter.
Als derde punt, val ik even terug op cijfers van Orbit Media: in 2014 telde een gemiddeld blogartikel 808 woorden, in 2018 maar liefst 1151. Kortom, we gaan steeds langere blogs schrijven. En dat is ook niet zo gek, want je hebt nou eenmaal flink wat woorden nodig om een waardevol artikel te schrijven. Google ziet langere artikelen ook sneller als waardevoller en als je verhaal langer is, dan zal dat waarschijnlijk ook wel zo zijn. Bovendien geeft een lange tekst Google meer informatie over de inhoud van je verhaal. Als ik dit lees, doe ik het dus letterlijk helemaal goed.
Maar nu is het inmiddels precies elf uur en ik heb nog geen écht onderwerp voor mijn blog. Ik struin het internet af en op de achtergrond klinkt het radionieuws. Ik veer op. Ik hoor het woord carnaval en dat er een alternatief in de maak is. En dat de voorzitters van de Veiligheidsregio’s middenin de brandhaard van corona een appèl deden op de creativiteit van de carnavalsverenigingen en het volgende statement maandagavond de wijde wereld hebben ingestuurd:
Beste Brabanders,
Aangepast carnaval in 2021
Het coronavirus is nog steeds onder ons. Het beheerst nog steeds ons dagelijks handelen en denken over de nabije en verdere toekomst. In deze tijd van het jaar betekent dit dat wij, als voorzitters van de veiligheidsregio's in Noord-Brabant, ons hebben moeten bezinnen op een aantal evenementen, zoals carnaval. Samen, zoals u dat de afgelopen maanden van ons gewend bent.
Helaas moeten wij vaststellen dat carnaval in Noord-Brabant in 2021 niet gevierd kan worden zoals we dat gewend zijn te vieren. Grote groepen mensen in kroegen, optochten, dweilorkesten, feesttenten... dat zal niet het beeld van 2021 zijn. Als voorzitters kunnen wij niet besluiten dat carnaval niet doorgaat. Net zoals we niet kunnen besluiten dat Kerstmis niet doorgaat. Wel doen wij een appèl op de creativiteit van onze carnavalsverenigingen.
Wij staan midden in onze Brabantse samenleving en weten wat carnaval voor velen van u betekent en wat de tradities zijn. Het staat ook in onze agenda's: 40 dagen voor Pasen. Maar de volksgezondheid staat op nummer één. Altijd. Onbetwistbaar. En de noodverordening die op dat moment van kracht is, is leidend. We weten immers niet hoe het coronavirus zich de komende maanden ontwikkelt.
We zijn en gaan net als de burgemeesters in onze provincie in gesprek met de carnavalsverenigingen en -federatie om hen uit te dagen om met alternatieven te komen. Zoals Sinterklaascomité 's nadenken over hoe de Sint wellicht online of op een andere manier ingehaald kan worden, zo kan er ook met creativiteit naar het vieren van carnaval gekeken worden. Wij nodigen hen uit om uiterlijk begin december met hun plannen te komen, zodat eenieder - van organisator tot uitbater tot carnavalsvierder - tijdig duidelijkheid heeft op weg naar carnaval 2021.
We zijn ons er bewust van dat we handelen vanuit de situatie zoals die nu is. We weten niet hoe de situatie over een paar dagen is, over een paar weken, laat staan over een paar maanden. Wij doen daarom wederom een beroep op alle Brabanders: blijf je verstand gebruiken, houd 1,5 meter afstand en houd je aan de bekende hygiënemaatregelen.
Jack Mikkers (voorzitter VR BN), John Jorritsma (voorzitter VR BZO) en Theo Weterings (voorzitter VR MW)
Dank je wel carnavalesk Brabant. Hier heb ik helemaal niets aan toe te voegen.