Met het verhaal van belhamel Bert Maalderink eindigde afgelopen donderdag mijn cursus voetbaljournalistiek, die in september begon. Het was een HBO gecertificeerde opleiding van Fontys Hogeschool Tilburg en het bracht ons overal en nergens. We begonnen in Nijmegen voor een aantal cursusavonden en NEC tegen FC Dordrecht. Daarna gingen we naar de KNVB in Zeist waar we letterlijk op de voetbalmiddenstip verbleven. Eenmaal gingen we echt de schoolbanken in Tilburg in en we sloten af in Wageningen. Op de Wageningse Berg. Die was vorige week helemaal ondergedompeld door een dikke laag sneeuw. Glibberen en glijden door de bossen. Op zoek naar waar het licht brandde.
Pieter Nieuwenhuis was er ook. Met chauffeur, dat dan weer wel. De grote man van Hypercube ging in op de toekomst van het Nederlandse voetbal dat niet de boot maar de hele vloot gaat missen als de eredivisie niet teruggebracht wordt naar zestien clubs. Ook moet de competitie anders ingedeeld worden. Het Belgische model als succesvolle leidraad, maar wij Nederlanders zijn volgens hem maar een stelletje conservatieve slappelingen, die liever oeverloos polderen in plaats van doorpakken. Toen zijn interessante betoog afgelopen was, was er pauze.
Bert Maalderink (“Ik heb niks met materiële dingen. Maar ik ben erg blij dat ik een auto heb die elke ochtend start”, zei hij ooit in HP/De Tijd) moest roken en een collegacursist en ik hadden ook wel behoefte aan lucht. En zo stonden we voor de kantine van de Wageningse Berg op de rand van het witte veld van ooit FC Wageningen, te praten over De Graafschap.
Maalderink geboren op 7 september 1963 in Steenderen, opgegroeid in Vorden en inmiddels al jaren woonachtig in Utrecht, is nog steeds fan. Dat zie je trouwens niet aan hem af, want hij heeft op geen enkele wijze de uitstraling van een superboer. Bovendien droeg hij ook nog eens een wijnrood jack van Portugal. Hij ging er verder niet op in, wel hoorde hij mijn verhaal aan over Portimonense tegen Benfica begin januari. Hij leek het niet boeiend te vinden en waarom zou hij ook?
Eenmaal binnen in de bepaald niet warme kantine, daar waar nog iedere dinsdagochtend FC Wageningen lieden van weleer samenkomen om eensgezind te concluderen dat vroeger toch echt alles beter was, ging Maalderink zitten. Niet zitten om een gelikt verhaal te houden, maar om vragen te beantwoorden. Dan is hij op zijn best. Om in te gaan op situaties die hij in al die ruim vijftien jaar dat hij reportages fabriceerde over Oranje meemaakte.
Bert verhaalde dat hij met Marco van Basten toch wel het meeste moeite had als bondscoach (dat kwam, omdat het andersom ook zo was), de natie die hem verketterde omdat hij een plek zocht zodat hij toch een fragment van de besloten training van het Nederlands elftal kon laten zien (als Oranje uitgeschakeld zou worden, dan was het toch echt wel zijn schuld) en het opmerkelijke vraaggesprek met Dick Advocaat over de 8-0 van Zweden tegen Luxemburg. Een scenario dat de toenmalige bondscoach faliekant weglachte, maar waarbij Maalderink uiteindelijk zijn gelijk haalde (de volgende dag kreeg hij een klaterend applaus van zijn perscollega’s).
Het was een geanimeerd en gezellig gesprek. Zoals dat bij de meeste van de gastsprekers ook het geval was. Eigenlijk waren al hun lessen informatief, open en ook wel leerzaam. Het was gewoon een beetje slap lullen over voetbal, in een behaaglijke sfeer, kerels onder elkaar met één vrouwelijke cursist. Amper studiebelasting, geen uitgebreid literatuuronderzoek, verplicht leesvoer of stapels huiswerk. Niets van dat alles. Af en toe een opdrachtje. Verder stilzitten, luisteren en er moest niets. Wel opvallend dat een aantal van mijn medecursisten dat ook letterlijk deed. Al die weken.
Maalderink kreeg de aanwezigen ook even stil. Op de vraag waarom hij toch dat Portugaljack droeg, zweeg hij een tel of tien. Ineens moest hij even zoeken naar woorden, hij verschoof wat op de tafel. Toen vertelde hij dat dat land voor altijd belangrijk voor hem blijft. “Tijdens het EK van 2004 in Portugal was mijn vriendin zwanger. Zes weken na de finale was ze uitgerekend, maar de avond vóór de halve finale Portugal-Nederland begonnen de weeën. Vervolgens werd ik gebeld dat onze tweede zoon was geboren, maar dat er iets mis was. Zuurstofgebrek. Ik ben ‘s nachts meteen teruggevlogen, de KNVB had dat geregeld. Het was een heel spannende tijd, maar hij is nu 14 jaar, zit in 3 VWO en heeft er niets aan overgehouden.”
Het bleef weer even stil en er was twijfel om hem (weer) een applaus te geven. Dat gebeurde niet, maar in een fractie van een seconde deed het iedereen in die kantine van FC Wageningen op een ijzig koude donderdagavond, maar één ding beseffen.
Voetbal is en blijft bijzaak.
We vonden het allemaal een passend einde van de cursus.