Onder het mom ‘Schrijvers schrijven, lezers lezen’ van Harry Mulisch, begin ik deze blog. Het gaat over Onder de Peperbus. Dat is een magazine van de Supportersclub PEC Zwolle. Het verschijnt vier keer per jaar en sinds vier jaar mag ik mij hoofdredacteur noemen. Tot afgelopen zaterdag was dat overigens helemaal niet meer zeker. Wat was namelijk het geval? Toen stond op de algemene ledenvergadering de toekomst van de ODP op de agenda en dus op het spel.
Het maken van een blad kost best wat. Opmaak, papiersoort, druk, portokosten. En dan doen alle redactieleden (een elftal zeg maar) het ook nog eens allemaal nagenoeg voor niets. Het bestuur wilde eens nagaan of de leden het nog wel zagen zitten om een aanzienlijk bedrag - ruim 10.000 euro - aan het blad te besteden. Het is tenslotte verenigingsgeld. Dat werd aan ledenraadpleging gedaan door middel van een enquête. Niks mis mee en ik wilde graag betrokkenheid tonen in de voorfase. Met het blad willen we graag professionaliteit uitstralen, dan met een uitvraag ook. Ik had meegedacht over de vragen, over de introductietekst en de procescommunicatie (!).
Want laten we wel wezen. De meeste vragenlijsten worden opgesteld vanuit het perspectief van de vrager, de verzender en dus degene die informatie wil vergaren. Daardoor krijg je vaak gestuurde enquêtes, die onvolledig zijn, niet logisch opgebouwd zijn en vooral: heel klantonvriendelijk. Ga maar na.
Wie kent het niet? Er plopt weer een verzoek om een vragenlijst in te vullen in je mailbox. Of het is een haast smekend verzoek van een student, al dan niet doorgestuurd via een grote mensenkennis op LinkedIn. En altijd kost het maar vijf minuutjes, maar is de praktijk ook bijna altijd anders. En je vraagt nogal wat van de ontvanger. Die moet lezen, zich interesseren in iets waar hij of zij misschien helemaal geen zin in heeft en moet ook nog tijd vrijmaken om het in te vullen. Vaak staat er helemaal niet in wat er gebeurt met jouw ingevulde lijst of waarvoor het nu exact dient. Ook schort het nog wel eens aan de logica van de vragen. Dat had ik daar toch al ingevuld? Of de verhouding tussen open en gesloten vragen, die is ook niet altijd even helder. Had ik dat antwoord net ook niet al gegeven? En waarom is er maar zo weinig vrije tekst?
Dat vond ik ook toen ik de enquête van de Supportersclub PEC Zwolle onder ogen kreeg. Waar waren de vragen gebleven waarvan ik bedacht had, dat ze voor onze leden relevant waren? In plaats daarvan een suggestieve vraag als ‘vindt u de ODP ook niet te duur’? Enfin. De vragenlijst ging eruit en kon zowel op papier als via internet ingevuld worden. Dat deden uiteindelijk bijna 350 leden. Uitgaande van een ledenbestand van om en nabij de 2000, vond ik die iets minder dan 20% nog niet eens zo gek.
Zaterdag was het D-day. Op de agenda stond dus de voortgang van de ODP. Aangezien in verenigingsland de Algemene Ledenvergadering de meeste zeggenschap heeft, kon het zo maar zijn dat de leden de ODP weg zouden stemmen. En dan? De enquêtecommissie – op de vergadering hoorde ik voor het eerst van het bestaan – presenteerde haar bevindingen. Uit de cijfers bleek dat de ODP altijd gelezen wordt, het liefst per post ontvangen wordt en dat er veranderingen in de vorm en inhoud niet wenselijk zijn. Kortom, gewoon doorgaan.
Na afloop kreeg ik de bevindingen mee naar huis, oftewel de analyse. Eerlijk is eerlijk: de leden strooien met complimenten. De ODP is de enige reden voor het lidmaatschap, ontzettend leuk om te lezen, blad mag zeker niet verdwijnen, geweldig voor de fans, ik waardeer het blaadje enorm, juist super hoe het eruit ziet en een hele verbetering ten opzichte van hoe het was.
De gangbare verbeteringen zijn één exemplaar per gezin (dat is nogal een dingetje vanwege wat hiaten in de ledenadministratie), het lidmaatschap verhogen om de kosten van de ODP wat te drukken en een keuzemogelijkheid: digitaal of per post ontvangen. Allemaal prima, waardevol en het uitwerken waard. Die toezegging deed ik de voorzitter ook.
Ik kwam ook hele grappige dingen tegen. Iemand hield een warm pleidooi voor een andere drukker (eigen belang?), of een prijsvraag (staat er al jaren in), een ander riep dat er allemaal oud nieuws in stond (met een kwartaalblad is het moeilijk om actueel te zijn) en weer een ander zei: Leuk blad, kosten zijn hoog en komt ie: ‘Steek dat geld maar in sfeeracties bij belangrijke wedstrijden. Harde knallers doen het altijd goed bij het publiek!!!!’
Nou, daar kan ik niet tegenop en toen ik ook nog eens deze suggestie las: ‘De hoofdredacteur en eindredacteur maar eens vervangen, een frisse wind zou niet verkeerd zijn’, dacht ik van, zou dat dan de oplossing zijn? Moeten we pas op de plaats maken? Staan de vervangers te springen, te rammelen en te popelen? En belangrijker. Drukt dat de kosten?
De hele redactie werkt voor een in natura vrijwilligersvergoeding en dat is een (gedeeltelijke) seizoenkaart. Vier keer per jaar de uitgave opzetten, taken verdelen, interviews plannen, afnemen en schrijven, redigeren, aanleveren, foto’s kiezen, drukproeven beoordelen, contact met de club, de opmaker en uiteindelijk accorderen. En dat kost tijd, veel tijd, maar ik weet dat de gehele redactie het met een waar blauwwit hart doet.
Wat ik hiermee maar wil zeggen: Wees te allen tijde welkom bij de ODP als je waardevolle suggesties, substantiële verbeteringen en vooral de nodige tijd hebt.
Oh ja? Alles willen weten over enquêtes, logica en procescommunicatie? Dat is de meer van Mediabureau MEER. Neem dan gerust contact met mij op.