Blog 252 – 18 september 2020
Mediabegeleiding, dat is niks voor jou
Wie doet het niet? Wegdromen bij herinneringen van weleer. Een simpele klik op je mobiel in de foto’s app van Google en je bent zo één, twee jaar of nog verder terug. Lichtjaren. Corona dronken we alleen uit een fles, Hugh Hefner (91), Amerikaans uitgever van onder meer de Playboy overleed en het belangrijkste sportnieuws was blijkbaar dat op het WK judo in Budapest Oranje met elf judoka’s op de mat verscheen en bepakt, bezakt en bovenal bedroefd zonder medailles huiswaarts keerde. Ik heb het over september 2017.
Mijn mobiel was inmiddels bij die maand en deze week beland, maar dan drie jaar geleden. Ik zag een rits aan foto’s voorbijkomen van Teun van de Keuken. Ik ontmoette hem persoonlijk toen ik nog bij GGD GHOR Nederland werkte. Niet in de hoedanigheid als Volkskrant-columnist, maar Teun kroop toen in zijn huid van presentator van het onderzoeksprogramma De Monitor. Er werd aandacht besteed aan het onderwerp gastouderopvang. Het toezicht daarop is een taak van de GGD’en. Directeur Hugo Backx was één van de geïnterviewden in het programma en ik deed vanuit de afdeling communicatie de organisatie en begeleiding.
Ik heb het al eens eerder laten weten en merken, zowel schriftelijk als mondeling. Naast het maken van bladen en teksten schrijven, is mediabegeleiding echt het allerleukste aan het communicatievak. In dit geval begon het met een vraag van de redactie die bij mij binnenkwam. Of we wilden meewerken aan het programma. Even kort door de bocht de insteek: gastouderopvang en de malafide praktijken. Moet het niet net zo’n volwaardige opvang worden als de kinderopvang? En waarom wordt er niet of onvoldoende gehandhaafd? Wat moet er gebeuren om te zorgen dat de branche zuiver wordt en blijft?
Uiteraard kon ik niet zomaar ja of nee zeggen, maar ik zag wel kansen: het was landelijke televisie en die mogelijkheid krijg je tegenwoordig niet zo vaak. Ik overlegde met de directeur, de interim chef communicatie en de inhoudsdeskundige. Er volgde eerst een aarzeling, gevolgd door een voorzichtige ja en veel enthousiasme van de collega die er alles over wist. Alleen de directeur zou het woord voeren, want hij was het boegbeeld naar buiten, maar hij zat niet echt in het onderwerp. Een schone taak voor de afdeling communicatie.
Afijn, we werkten mee en vervolgens was er contact met de redactie, die heel braaf de vragen ging oplepelen die aan de directeur zouden worden gesteld. Dat was fijn, want wat voor iedere directeur geldt, gold ook voor hem: hij kan niet alles weten en moet zo snel en goed mogelijk voorbereid worden. Dat betekent maximaal een dubbelzijdig A4-tje met de highlights, cijfers (zijn de media gek op) de opvatting van GGD GHOR Nederland en dat vervolgens bespreken, doornemen en oefenen.
Een directeur druk je geen lijvig rapport in zijn mailbox, waar hij zelf het nieuws maar uit moet halen. Na het inlezen gaf hij aan voldoende op de hoogte te zijn. Inmiddels hadden we de vragen van de redactie als basis gebruikt voor onze eigen vragen en antwoorden, want ze wijken altijd af. Daarna was het oefenen geblazen. Dat betekende in dit geval dat mijn collega de vragen stelde, de directeur antwoord gaf en ik advocaat van de duivel speelde. Dat wil zeggen inhaken op zijn antwoorden, valkuilen opzetten, vuur aan de schenen dan wel woorden in de mond leggen, maar ook aangeven wanneer hij te snel praatte, geen antwoord gaf op de vraag of hem juist laten weten wat heel sterk was aan zijn betoog.
De grote dag van het interview brak aan. Daar ben je dan als communicatieprofessional bij. Je voorbereiding bestaat allereerst uit een opnamelocatie regelen (inclusief papiertje op de deur dat er televisieopnamen zijn, want dat maakt indruk en voorkomt dat die scheltetterende collega op de gang veel te hard uitweidt over haar bezigheden). Voor het interview zorg je dat de directeur er goed opstaat, fluistert hem nog wat toe en zorgt voor een glas water. Aangezien ik die dag in een gulle bui was, kreeg Teun van de Keuken er ook eentje.
Dat is wel een mannetje hoor. Onberispelijk in pak, strakke kuif en kaarsrecht op zijn doel af. Nadat hij het interview had gedaan, deed hij een stap opzij, liep weg en pakte zijn mobiel erbij. Zijn taak was volbracht en hij zonderde zich af. Alsof hij als opperleeuw de arena verliet nadat hij zijn opponent verslagen had om de prooi over te laten aan zijn onderdanen. Met de cameraman, mijn collega, de programmamaakster en de directeur, praatte ik (voor de gelegenheid ook in pak) nog wat na. Het was al met al een bijzonder tafereel, een typische werkwijze, maar wat was het leuk om te doen.
En die mediabegeleiding is echt niet weggelegd voor alleen maar de groten der media-aarde. Juist niet. De wat kleinere – MKB – bedrijven, de organisaties, de sportverenigingen en andere instellingen hebben extra baat bij een goede voorbereiding, uitvoering en vervolg. Ga maar na. Zij hebben vaak geen communicatiedeskundige in huis (de directeur of voorzitter is aanspreekpunt, de secretaresse dan wel het bestuurslid algemene zaken maakt en verstuurt de persberichten) en die bedrijven of sportclubs zijn meer niet dan wel in de media. Waarom zou je je daar dan druk om maken? Contact met de redactie? Over de vragen, de insteek van het programma of artikel en of er ook andere partijen zijn? En of die dan voor of na jou komen? Niet over nagedacht eigenlijk. Maar hoezo is dat belangrijk?
Die ene uitspraak, moet ik daar over nadenken? Ik mag toch zeggen wat ik wil. Wat maakt het uit of dat gevoelig ligt. Het is toch mijn mening. Investeren in de relatie met de journalist? Helemaal geen tijd voor. Waarom ook? De media zijn er toch maar om je onderuit te halen. Woordvoering over heel belangrijks, ja gewoon logisch nadenken en doen. Dat doe je toch wel even, zo moeilijk kan het niet zijn. Toch?
Bel of mail mij gerust over de gevaren, de valkuilen, de instinkers, de uitglijders, de miskleunen en alle andere fouten op dat mediagebied. Weten hoe het wel kan? Neem ook dan gerust contact met mij op.