Het was afgelopen zaterdag weer een druk voetbaldagje met mijn boys. Vroeg opstaan, van Zwolle naar Epe en daarna door naar HTC in Zwolle, om vervolgens in de middag nog voetbal te kijken bij SVZW uit Wierden, mijn oude club. Niet dat mijn jongens daar om malen overigens. Ze willen voetballen. Altijd en overal. Vroeg of laat. Daar mag ik mij gewoon heel gelukkig mee prijzen.
Dat realiseer ik mij iedere (zater)dag maar weer. Eigenlijk begint het hele ritueel al vrijdagavond. Spullen klaarleggen, die ze zelf moeten inpakken om zo na te gaan of alles ook in de voetbaltas zit. Nog even een vooruitblik vanuit het bed, met de voetbalapp erbij, hoe is de stand, wat waren de recente uitslagen en tot slot nog dagdromen of ze aanvoerder mogen zijn. Vaak krijg ik als trainer/coach van Team Tomas ook nog even de vraag wie er morgen wissel staat. Eindelijk slapen en de jongens iets na zeven uur wakker maken. Het was ook deze keer niet nodig. Ze zaten er al klaar voor.
Afgelopen zaterdag was ik ook coach van Team Olav, waar niet alleen hij, maar ook Tomas in mee moest spelen. Als keeper. Want de jongen die normaal onder de lat staat, had – en het is echt waar – een televisieopname van de Luizenmoeder. Dat was niet dichtbij in Dalfsen, waar de Luizenmoeder zoals bekend woont, maar aan de andere kant van het land. (Sorry geen onthulling over de verhalenlijn, de keeper hield keurig zijn kaken stijf op elkaar).
Olav (uiteraard aanvoerder…) en Tomas allebei aan de aftrap. De coach was op voorhand al trots, maar wat ook het geval was: het is een team zonder vertrouwen, maar met veel gedoe. Dat heeft te maken met een mêlee aan oorzaken. In algemene zin: lastige jongens, moeilijke ouders en slechte prestaties. Die mengelmoes versterkt vaak het negatieve gevoel. Er is geen discipline, geen duidelijkheid en ieder doet het op zijn eigen manier. De pogingen om er een echt en hecht team van te maken werken vaak verkeerd. Het is te geforceerd, het klikt niet en het werkt al helemaal niet. Wat wel werkt is een goede wedstrijd en dito resultaat. En dat gebeurde. Team Olav en Tomas speelde gewoon goed. Het won overtuigend met 0-4. De voetbalwereld zag er ineens heel anders uit. Blije gezichten, high fives, grappen en grollen, het leek wel een team.
Maar wat ik veel belangrijker dan het resultaat vond, was de rust in het veld. Dat straalde iedere speler individueel uit, dus het achttal als eenheid ook. Zowel bij balbezit als balverlies. Geen geschreeuw, heen en weer geloop, gemopper, maar iedereen speelde prima vanuit de positie. Olav was achterin sterk en soeverein en Tomas had niet veel te doen, deed wat hij moest doen en kreeg geen goal tegen. Na zes nederlagen (drie beker en drie competitie), dan eindelijk de eerste overwinning en ook nog eens zonder tegengoal.
Ik ben geen tovercoach, maar ik weet wel hoe dit komt. Daar moest ik aan denken toen ik dit weekend de krant las en mijn oog bleef hangen bij ‘Goedwillende sportcoach kan wel wat coaching gebruiken’. Amateurtrainers vinden het lastig om met onaangepast gedrag van sporters en ouders om te gaan. En het is ook lastig. Ga maar na.
Je bereidt serieus een training voor en twee spelers zijn er niet en hebben zich niet afgemeld. Een andere speler heeft een zware week achter de rug en is voor de training al onhandelbaar en op zaterdag staat steeds dezelfde ouder te tetteren op een wijze die echt niet kan. Moeilijk hoor, om dan de lol er maar in te houden en je er steeds toe te zetten dat je voor nul euro je best blijft doen.
Toen ik verder las, zag ik dat bijna de helft van de coaches meer ondersteuning verwacht van de vereniging. Dit in de vorm van meer begeleiding. Ik dacht er even over na. Maar hoe dan? Hoe moet ik dat voor mij zien? Een informatieavond? Een gedragspsycholoog op de club? Extra kader? De jeugdvoorzitter die een extra rol heeft? Ik heb geen idee, behalve dat dit niet gaat werken. Verenigingen zitten tot over de oren in het werk, hebben teveel met te weinig en zouden hier ook nog wat in moeten betekenen? Dat wordt ‘m niet. Wat wel werkt? Duidelijkheid, communicatie, aanspreken en herhalen.
Dit seizoen heb ik bij Team Tomas gekozen voor gedeelde verantwoordelijkheid. Iedere ouder heeft een taak. Dat is allemaal opgeschreven en gedeeld. Zo weet iedereen waar hij aan toe is. Een ieder weet wanneer de trainingen en wedstrijden zijn, wanneer er veranderingen zijn wordt dat tijdig gecommuniceerd. Ruim van te voren zijn er mededelingen en af en toe worden afspraken gewoonweg herhaald.
Het mooiste voorbeeld vond vorige week plaats. We waren bij IJVV en na de gewonnen wedstrijd (1-8) kwam een voetbalvader binnen (alleen de leiding mag in de kleedkamer) en zei van ik heb toch kleedkamerdienst? Hij wachtte het antwoord niet af, pakte de trekker en veegde de kleedruimte schoon. De beste man deed nog net de ramen niet. We speelden uit voor de goede orde. Het was maar een klein iets, maar ik vond het een treffend voorbeeld van dat iedereen wel wat wil doen, maar dat er initiatief, regie en coördinatie nodig is en blijft. Sommige mensen hebben nu eenmaal een sturende en leidende hand nodig gepaard met duidelijkheid. Anderen hebben dat in zich, kunnen dat geven en geef ze dan ook de ruimte. Dat kan een vereniging wel doen.
Alleen leg niet alles qua uitvoering en begeleiding neer bij verenigingen, maar neem zelf het voortouw, regel en organiseer alles met zijn allen. Zelfsturing, eigen initiatief en geen afwachtende houding als het gaat om het toverstokje van de club. Dat is er namelijk niet. Volgens mij is dat de vereniging van de nabije toekomst. Of ik gelijk krijg? Team Tomas (zonder Olav voor de goede orde), won zaterdag ook, onder leiding van mij. En een winnende coach heeft altijd gelijk toch ;)