28-01-2025
Welk bijzonder woord blijft jou het meeste bij?
Wist je dat zeikdempel in Nederlands-Limburg de dialectnaam is voor mier? Dat dreten, veesten, votsen, protten en muffen allemaal dialectwoorden zijn voor scheten? En dat kerkpijn een nieuw woord is in onze taal? Net als schrijversfomo. Euh watte? Nou, dat is de angst voor tekstverspilling.
“De taal is het voertuig van de geest, maar ons Nederlands is wel een krakende wagen geworden.” De gebezigde beginzin van taalpurist Driek van Wissen in zijn rubriek ‘Kritiek van Driek’, een populair item van het TROS programma Binnenlandse Zaken. Ach, wie is er niet groot mee geworden?
Dociele rubrieken
Voortbordurend op zijn geest – Van Wissen overleed in 2010 – kijk ik met regelmaat op de website van het instituut voor de Nederlandse taal. Zo jammer dat ze niet meer op X zitten, maar dat is een heel ander verhaal. Die taaljongens en -meisjes hebben iedere week een aantal dociele rubrieken: Nieuw woord van de week, Terug in de Taal en Streektaal.
Hoe kom ik erop? Nou onlangs deed een vrouw uit Deventer haar beklag over een moeilijke brief van de gemeente die helemaal niet zo bleek te zijn, maar toch. Voor de gemeente het sein een lezerspanel in het leven te roepen. Een tsunami (maar daarover zometeen meer) aan reacties volgden.
Versimpelteam
In Zwolle kennen we trouwens al jaren zoiets. Wij noemen dat het versimpelteam., Ik ben er ook lid van, je bent taalnazi (dat vind ik een heel mooi woord, maar dit geheel terzijde) of niet. Ook deze week plopte er weer een opdracht in mijn mailbox. “Het is al een tijdje terug dat u van ons een tekst heeft gekregen. Hopelijk wilt u ons ook nu weer helpen om een tekst te verbeteren. Dit keer gaat de tekst over een gevonden voorwerp.”
Scheetreguleringsafspraken
Over mooie en bijzondere woorden gesproken. Ik deel graag opvallende woorden. Dat doe ik met de #woordvandedag of #woordjehoor. Een greep: hulphondhater, verneukeratief, smartphone-handicap, trouwstoetmepper, rouwcafé, vergis-arrestatie, scharrelzorg, sloddervosverweer, fossilitatie, sneuvelbomen, braakbalpluisactiviteiten, scheetreguleringsafspraken, overloopluchthaven, piemelpoli, sjoemelhoning, kloonpolissen, weigersupermarkt, poepluierbelasting, slotfasekoning, greppelganger, wondercomapatiënt, alcoholslagboom, lichtmastbewonderaars, biggenbemiddelingsorganisatie en darteritus.
Dit zijn 25 woorden die ik de laatste X-jaren heb verzameld en gedeeld. Ik ben ze (online) tegengekomen in gerenommeerde kranten, vooraanstaande magazines en alles wat zich daartussen begeeft.
Ik vind ze opvallend, niet-alledaags en het bewaren waard. Het verklaart mijn woordliefde denk ik. En oh ja sorry voor piempelpoli. Een woord dat nu niet meer kan, maar het was 2017 hè.
Zat jeukwoorden
Toch is het gek. Eigenlijk leg ik geen lijstje aan van woorden waarvan ik gruwel, waar ik het liefst overheen lees of waarmee ik niks heb. Terwijl er toch zat jeukwoorden zijn, is het niet?
Allereerst tsunami. Volgens mij een regelrechte ramp, die nu te pas en te onpas wordt gebruikt. Een tsunami aan ouderen, regels, toeristen en ga zo maar door. Mensonterend.
En extremis natuurlijk. Het onderstreept meteen rood als ik het tik. Daar ga je al. Wat mij stoort is, is het veelvuldig gebruik, anders kan ik het eigenlijk niet verklaren. Scoort een onbeduidende voetbalploeg pak ‘m beet twee minuten voor tijd de totaal onverdiende gelijkmaker? Hup, dan gebruiken we extremis.
Gaat een cluppie niveautje onderbond onderuit in blessuretijd. Ja hoor, knal er extremis boven en we hebben een vergelijkbare nieuwskop. Maar ook in andere sporten duikt het woord vaker op, totaal niet terecht en volledig overbodig. Want hoe moet ik de nieuwskop ‘Erasmus Volley in extremis voorbij ROWI’ verklaren? Er is toch een vaststaand puntensysteem in volleyballand?
Belgisch meubelmerk
Extremis is sowieso raar. Als je het door Google haalt, krijg je eerst alleen maar commerciële prietpraat over een Belgisch meubelmerk. Pas dan volgt de definitie. Extremis komt uit het Latijn en betekent in het uiterste geval. De Belgen doen het weer eens beter dan wij en hebben het over ‘in de laatste levensogenblikken.’ Kijk, nou we are talking.
Laat extremis een zachte dood sterven. Hert liefst vandaag nog, maar het mag eigenlijk ieder moment van de dag. Van ’s ochtends belachelijk vroeg tot in extremis aan het einde van de dag.