15 juni 2022
Vorige week was ik in Berlijn. En ja ook op het moment van de aanslag, die nog steeds niet is gebombardeerd tot aanslag. Het kwam wel letterlijk dichtbij, want het was écht vlakbij het hotel. Even daarvoor sloeg ik linksaf. Een paar minuten eerder en rechtsaf, dan….de rest is gelukkig geen geschiedenis.
Over geschiedenis gesproken. Glasvezelgate. Toen ik thuiskwam en de voordeur opendeed, zag ik een oranje kabeltje boven de tegels uitstijgen. Bij mij moet je goedkijken, want ik heb niet alleen 19 spionkopjes in mijn voordeur, ook is de kleur van de deur oranje. Ik aanschouwde het lullige sprietje met plastic afdekkapje een paar tellen. Het stond voor mij symbool voor de aanhouder die wint. Wat is het geval?
Romeinen
Al drie jaar lang belooft KPN Netwerk van alles. We zouden in iedere vezel van ons lichaam kunnen genieten van glasvezel. En dat mocht iedereen weten. Abri’s, spandoeken en borden schreeuwden het hardst dat de wijk Holtenbroek nu toch iets magisch had. Een niet bij te benen internetsnelheid, maar KPN struikelde jarenlang over haar eigen onkunde. Iedereen had het, kreeg het, maar een klein gedeelte van de wijk niet. Wij waren net Asterix en Obelix in hun dorpje in Gallië, wat de Romeinen maar niet in handen kregen.
Ik heb geen enkel benul van techniek, infrastructuur en kabels. Maar dat de grond voor je huis, ik denk een keer of vijf op de schop moet om te kijken of er überhaupt kabels liggen, komt niet sterk over. En wat te denken van de communicatie? Hoe vaak mij al toegezegd is dat ik keurig op de hoogte gehouden zou worden… Via de telefoon, een huisbezoek, website of mail. Iedere week, maand en jaar. Het is er nooit van gekomen en zo slecht is de internetverbinding nou ook weer niet, dat een kort berichtje met vertraging of helemaal niet aankomt.
Het is het typische (glasvezel)kastje naar de muur verhaal. Te groot, te log en geen communicatie. Persoonlijk erger ik mij aan die gelatenheid en dat niemand zich verantwoordelijk voelt, laat staan enig benul heeft van klanttevredenheid. Dieptepunt was vorig jaar. Ineens werd ik afgesloten van het koperinternet, omdat een helder licht van KPN bedacht had dat ik al glasvezel had.
Tig telefoontjes met tig plus afdelingen van KPN, KPN Netwerk verder, was het na een week zonder internet en televisie opgelost. Toen ik vervolgens in euforie het noodnummer (dat kreeg ik wel) belde en meldde dat alles werkte, hoorde ik aan de andere kant van de lijn de legendarische woorden: “Dat is mooi, maar dat zou helemaal niet moeten.”
Het deed mij denken aan een bericht dat ik onlangs las in Adformatie. “Het aantal communicatie-medewerkers bij de ministeries is het afgelopen jaar opnieuw gegroeid, met 40,2 fte. Op dit moment werken er 851,7 voltijds-medewerkers bij directies Communicatie.” Ik zie de vraagtekens meteen voor mij. Van heel veel mensen en ook van KPN Netwerk medewerkers. Zoveel? Wat doen al die communicatiejongens en -meisjes dan de hele dag? Het antwoord is glashelder: communiceren.