Sportschool

Blog 268 – 13 november 2020

Taal is zeg maar echt mijn ding

Deze week belandde (er) in mijn mailbox een schrijven van de chef-redactie van de Meppeler Courant. Het ging over taal- en stijlkwesties. “De eindredactie van Dagblad van het Noorden/Leeuwarder Courant gebruikt een eigen stijlboek. Dat willen we, zeker nu we steeds vaker verhalen met de dagbladen uitwisselen, ook als leidraad voor onze nieuws- en weekbladen gebruiken. In de hoop dat we de lezer uniform taalgebruik voorschotelen”, zo schreef hij.

Nou dan heb je mij hoor. Taaldingetjes, schrijfkwesties en spellingsdiscussies. Ik mag er graag aan meedoen. Ondertussen probeer ik een beetje bij te blijven door iedere ochtend als ik opsta de dagquiz van de app Beter Spellen (waarom schrijf ik dat eigenlijk met twee hoofdletters?) te spellen, euh te spelen.
En ik moet zeggen, het valt niet altijd mee. Laten we wel wezen, Nederlands is best lastig. Ik las ergens dat Nederlands een van de moeilijkste talen ter wereld is. Kijk maar naar dit korte filmpje (echt even kijken, het geeft zoveel duidelijkheid…)

Of zoals HP De Tijd vijf jaar geleden schreef. Wat hebben het Egyptisch-Arabisch, Samoaans, het Sandawe, het Tidore en het Bininj Gun Wok met elkaar gemeen? Ze zijn allemaal minder omslachtig dan het Nederlands. De Nederlandse taal is vooral berucht om het splitsen van werkwoorden in de zin. Een voorbeeld: Ik heb vanmorgen weer met tegenzin in de sportschool getraind.
Maar ook het gebruik van de lidwoorden ‘de’ en ‘het’ (daar zijn bijna geen regels voor) is en blijft lastig. En zelfs het woordje er (vaak overbodig), maakt onze taal moeilijk, vooral voor buitenstaanders.

Terug naar de mail. Terug naar het stijlboek. Braaf als (geen dan, maar als) ik ben, volgde ik de instructies. “Ik zou zeggen: plak 'm op je bureaublad en blader 'm eens door onder het genot van een kop koffie. Of gebruik 'm als naslagwerk wanneer je tegen taal- of stijlvragen aanloopt. Ik hoop van harte dat jullie dit stijlboek ook als leidraad voor jullie verhalen gaan gebruiken.”

‘Het doel van het stijlboek is niet om de Nederlandse taal- en spellingsregels opnieuw uit te vinden. Daarvoor kunnen we tegenwoordig terugvallen op online-overzichten en adviezen van de Taalunie, de organisatie achter het Groene Boekje en Woordenlijst.org, die voor onze redacties leidend zijn’, zo las ik ook nog.
‘Bepalend voor de spelling van het Nederlands is de Woordenlijst Nederlandse Taal (ook bekend als het Groene Boekje) van de Taalunie. Voor de actueelste variant, zie: www.woordenlijst.org.’

Ik bladerde verder (de alinea over de Friese (geen Frieze) taal sloeg ik over. Ik kwam bij het onderdeel HOOFDLETTERS, eigennamen (één woord) en afkortingen (altijd voluit, het is één van mijn ergernissen naast het overbodige gebruik van het woord extremis en veel !!!! in een tekst).

Om eerlijk te zijn, viel ik van de ene verbazing in de andere. Daarom een aantal weetjes:

Als het gaat om hoofdletters. De woorden T-shirt, T-kruising en H-balk krijgen een hoofdletter. Die verwijst naar de vorm van deze dingen.
Als afkortingen kunnen worden uitgesproken en meer dan vijf (wie bedenkt dat het om vijf moet gaan?) letters tellen, volstaat één hoofdletter: Unesco. Dit geldt ook wanneer een afkorting niet meer als afkorting wordt gevoeld: Hema, Ikea. Worden de letters in een afkorting doorgaans los uitgesproken, dan schrijven we de hele naam met hoofdletters: CDA, NOS, UWV, ANWB.
Politieke partijen schrijven we wel volgens hun eigen schrijfwijze: PvdA, GroenLinks, ChristenUnie. Uitzonderingen (uiteraard): Denk en 50Plus.
We gaan wel mee met bedrijfsnamen als ProRail en winkelnamen met het &-teken (C&A, H&M en voorheen V&D zijn acceptabel vanwege de hoge mate van inburgering).

U bent er nog? En dit is pas pagina 2 van de in (to)taal 16!!!! Ik bedoel van de in totaal zestien.

Ik ga hier niet het hele stijlboek behandelen, maar in deze coronatijd is het wel actueel om stil te staan bij de schrijfwijzen van allerlei ziekten. Dat is bepaald geen sinecure (mooi woord!), sterker nog, je zou er bijna een beroerte van krijgen.

Allereerst, het is coronavirus, maar we schrijven Covid-19. Met streepje en dat heeft volgens Onze Taal weer te maken omdat het tweede woorddeel met een a, e, i of u begint (vanwege klinkerbotsing). Enkele voorbeelden: coronabesmetting, coronacrisis, coronarichtlijnen, corona-aanpak, corona-epidemie, corona-invloed, corona-uitbraak.
Dat klinkt logisch en eenvoudig, maar dan ken je het Nederlands nog niet. Er mág ook een streepje worden gezet als er geen sprake is van klinkerbotsing: corona-besmetting, corona-crisis, corona-richtlijnen.

Namen van ziekten, aandoeningen en syndromen krijgen kleine letters: mazelen, griep, hooikoorts, rodehond, aids en dus coronavirus. Dat geldt ook voor ziektenamen die teruggaan op een eigennaam, bijvoorbeeld de naam van een ontdekker, medicus of plaats: asperger, downsyndroom, alzheimer, gilles de la tourette, parkinson, ebola, zika, stockholmsyndroom en westnijlvirus. Ook samenstellingen met zulke ziektenamen krijgen een kleine letter: alzheimerpatiënt, parkinsonmedicijn, zika-epidemie enzovoort. Het gaat hier om soortnamen.

Is er sprake van een combinatie van de ziekte en de unieke (het woord uniek doet mij altijd denken aan de uitspraak van schrijver Herman Brusselmans: ‘Iedereen is uniek, behalve ik’) naam van de naamgever, dan wordt de persoonsnaam wel met een hoofdletter geschreven.
Dus het syndroom van Down, de ziekte van Alzheimer, syndroom van Gilles de la Tourette, ziekte van Parkinson en syndroom van Asperger. En het is dus ook Spaanse griep en Mexicaanse griep.

Voor de afgekorte namen van ziekten en aandoeningen zijn er dan weer geen strikte regels. Soms worden ze met kleine letters geschreven als ze als gewoon woord worden uitgesproken: tbc. Maar meestal zijn afgekorte namen vaak met hoofdletters.
Een voorbeeld is multiple sclerose oftewel MS. Mijn moeder had MS, dus bij deze maak ik gebruik om de collecteweek van 16 tot en met 21 november van harte aan te bevelen.  

Ik ben nog maar bij pagina 3 en ik ben nu al murw gebeukt. Ik volg de suggestie maar op van de chef-redactie om een kop koffie te pakken en het allemaal nog eens rustig te bekijken. Als ik naar mijn koffiemachine loop, schieten mij drie uitspraken te binnen: Nederlands is inderdaad een hele moeilijke taal. Taal is zeg maar echt mijn ding (naar het boek en film) en het prachtige citaat van een geweldige schrijver, wijlen Simon Carmiggelt: “Het leuke van het vak schrijven is dat je het nooit leert.”


 

 


Laat een bericht achter - aantal berichten: 0

Bent u de eerste die reageert?



Laat een bericht achter

naam
e-mail
website
bericht
Schrijf vijftien in cijfers: