Blog 145 - 10 september 2019
Waarom blog ik?
Om aan inspiratie te komen voor mijn blog, is best een ding. Om aan de juiste inspiratie te komen, al helemaal. Ik heb mij opgelegd om iedere week twee blogs te schrijven. Ik heb nog nooit verzaakt en ben op weg naar de 150. Ik krijg er naast opmerkingen ook wel wat vragen over. Ben je niet bang voor een overkill? En dat je blogs niet meer gelezen worden? Oh ja, zijn ze niet te veel lang?
Nee, nee en nog eens nee.
Allereerst geloof ik heel erg in dat als je in het communicatievak werkt, je wat van je moet laten horen. Steeds maar weer. Maar wel gepast, herkenbaar en met een gevoel van timing. Logisch, want mijn advies gaat vaak over dat je op gerichte momenten je kansen moet pakken om onder de aandacht te komen. Dus niet met al je enthousiasme en scoringsdrift op één moment uitdragen wat je allemaal te melden hebt en wat de wereld volgens jou moet weten. Om er vervolgens achter te komen dat de respons gering is en dat je informatiebron aan het opdrogen is.
Er is geen algemene overkill. Dat bepaal je namelijk helemaal zelf. Iets met de een en de ander, die er maar niet genoeg van krijgt of er na één keer al dikke zat van is (dat blijf ik een mooie Twentse uitspraak vinden).
Waarom schrijf ik twee blogs per week? Omdat ik schrijven meer dan leuk vind. Dat was juist de reden om met de blogs te beginnen. Ik las zoveel van dat ik dacht, daar vind ik wat van. Ik luisterde misschien wel net zoveel en dacht daar heb ik een mening over. En dat wil ik opschrijven en soms van mij kunnen afschrijven. Dan ben ik het kwijt en is het vastgelegd.
Een vierde reden is, dat ik de lezers een les wil aanreiken. Tips, trucs, foefjes, hints, raad, handigheidjes en suggesties. Zodat je er wat aan kan hebben. Op mijn recente blog over werkstructuur, kreeg ik bijvoorbeeld de nodige positieve reacties.
Waarom dan twee blogs? Dat doe ik omdat er genoeg te schrijven valt. Er is altijd wel wat. Eigenlijk vind ik dat heel mooi. Iedere keer dient zich een onderwerp aan en valt er wat te schrijven. Ook in de vakantie, in drukke tijden en zelfs als het echt niet uitkomt.
Iedere dinsdag publiceer ik mijn blog. Iedere vrijdag publiceer ik mijn blog. Twee keer op Facebook, twee keer op LinkedIn en op mijn favoriete social mediakanaal Twitter. Voor de herkenbaarheid, voor ‘daar is het blog van Mediabureau MEER weer’ en voor ‘om mezelf even onder de aandacht te brengen.’
Maar waarom toch steeds die lengte? Tegen de 900 woorden. Dat is lang en daarvoor moet je heel wat scrollen. Natuurlijk kijk ik daar wel kritisch naar. Mijn allereerste blog MEER, was aanmerkelijk korter. Klopt. Maar ik vind dat ik de ruimte mag nemen om mijn verhaal te vertellen.
Ik heb geen opdrachtgever die mij zegt van maximaal zoveel woorden of tekens. Daarnaast wil ik mijn expertise en ervaringen de ruimte geven.
En steeds weer dezelfde lengte voelt ook vertrouwd. Als je blog over een bepaald onderwerp de ene keer de helft korter is dan de keer erop, dan maakt mij dat duidelijk dat kennis van en vaardigheid om erover te schrijven, nogal verschillen. En dat wil ik niet. Ik wil graag gezien worden als een allrounder en een bijna allesweter.
Deze week las ik een blog van collega tekstschrijver Erik Driessen. Ooit een klasgenoot op de opleiding Journalistiek en Communicatie. Hij berichtte over zijn werk en de misverstanden die hij tijdens zijn werk en ook thuis zoals tegenkomt. Ik citeer een aantal passages.
“Het liefst overdag, maar dan moet je natuurlijk werken”, zei de vrouw, waarmee ik een interviewafspraak wilde maken. “Euhm, dit is mijn werk”, antwoordde ik naar waarheid. “Je werk?”, klonk het vol ongeloof. Journalistiek of tekstschrijverij is immers een hobby. Werken doe je in een fabriek, een kantoor of op een bouwplaats, maar stukjes schrijven valt toch moeilijk onder de categorie werken te scharen.
“Maar kun je daarvan leven dan?”, hoor ik regelmatig. Alsof ik eruit zie als een of andere sloeber die met veel pijn en moeite af en toe wat inkopen bij de kringloop kan doen.
“Maar je doet er toch wel wat anders naast, neem ik aan? “, hoor ik ook wel eens. Alsof journalistiek een soort postzegels verzamelen of mandala tekenen is.
Mijn latere buren zagen het nut van de journalistiek geloof ik ook niet zo in. “Ben je nou alweer vrij?”, klonk het vaak als ik op een dinsdagmiddag een poging deed om de tuin te onderhouden. Dat ik de maandag ervoor tegen een uur of 02.00 uur thuis was gekomen na een werkdag van een uurtje of zeventien was ze ontgaan.
Allemaal heel herkenbaar en ook nog eens mooi opgeschreven. Geen idee of hij dit blog leest. En ook niet of ik hier heel veel reacties op krijg, dat maakt ook allemaal niet uit. Wel hoop ik dat de lezers en klanten van hem en mij, ons waarderen voor wat we goed kunnen: tekstschrijven.
Daar kan ik in ieder geval nog heel veel blogs over schrijven, omdat schrijven toch het allerleukste is dat er bestaat en ik het zo graag doe. Of zoals ze in Twente zeggen: 'Better geern te will’n wa’j doot, as doon wa’j geern wilt.'